2. Wat hoort allemaal bij natuurkunde?

Zoals je al hebt kunnen lezen en oefenen zijn er verschillende natuurkunde wetten. Om deze wetten te kunnen gebruiken heb je daarvoor gegevens nodig. Bijvoorbeeld om gemiddelde snelheid uit te kunnen rekenen. Denk aan grootheden en eenheden. Die begrippen zeggen je vast wel iets! Maar ook andere begrippen die je wellicht bekend voorkomen.

 

Hieronder staan een aantal voorbeelden van natuurkunde wetten met daarbij de bijbehorende gegevens.

 

 

 

Grootheid: snelheid           Eenheid: m/s of km/h

Grootheid: afstand             Eenheid: meter

Grootheid: tijd                    Eenheid: seconde

Snelheid = afstand / tijd

 

 

 

 

geluidsgolven

 

 

 

Grootheid: geluidssterkte     Eenheid: decibel (dB)

Grootheid: frequentie           Eenheid: Hertz (Hz)

 

 

 

 

 

Fases:

gasvormig - vloeibaar - vast

 

Fase overgangen:

smelten - stollen

condenseren - verdampen

sublimeren - rijpen

 

elektriciteit

kinetische energie

stralingsenergie

warmte

zwaarte-energie

chemische energie

 

wit licht

lenzen, bolle lens/holle lens

rood, oranje, geel, groen, blauw, violet

infra rood / ultra violet

 

 

 

Grootheid: Spanning (U)   Eenheid: Volt (V)

Grootheid: Stroomsterkte (I)  Eenheid: Ampère (A)

Grootheid: Vermogen (P)   Eenheid: Watt

Grootheid: Weerstand     Eenheid: Ohm (Ω)

 

 

 

Grootheid: dichtheid (ρ )   Eenheid: g/cm3

Grootheid: massa (m)    Eenheid: gram

Grootheid: Volume (V)    Eenheid: cm3 of Liter

 

 

 

 

 

 

 

Rendement = nuttige energie / totale energie * 100%

Rendement = Eaf / Eop * 100%

Grootheid: Energie    Eenheid: Joule of kW/h

 

 

 

 

 

 

 

 

Grootheid: Luchtdruk   Eenheid: Pascal of Bar

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit zijn slechts een aantal van alle natuurkundige zaken. Er zijn er nog veel meer.