Hier zie je een lijst van 17 kamers die je kunt kopen. De prijzen staan aan de rechterkant. Bedenk goed welke kamers je koopt! Sommige kamers komen alleen in combinatie met een ander (bijvoorbeeld: voor een hijsinstallatie heb je een zolder nodig met en tuitgevel). Je mag een kamer meerdere keren kopen. Denk eraan dat je ook nog kunst en accessoires en producten uit de Oost en West moet aanschaffen.
Kamer |
Omschrijving |
Prijs in guldens |
Kelder
|
Een kelder gebruik je om producten op te slaan. In stadspaleizen lagen hier exclusieve wijnen en exotische producten (specerijen). Een kelder biedt de mogelijkheid om de meest gewilde producten met veel winst te verhandelen. NB: een kelder komt altijd in combinatie met een bordes. |
1000 |
Zolder
|
Grachtenpanden waren meestal smal en hoog. Dat had te maken met de hoge grondprijzen en de drassige bodem. Op de zolder konden goederen gestald worden die beslist niet tegen vocht bestendig waren, zoals specerijen. NB: een zolder komt altijd in combinatie met een hijsinstallatie. |
1000 |
Bordes
|
Een bordes geeft toegang tot de bel-étage (letterlijk: mooie verdieping). Meestal was een bordes over de toegang tot een kelder gebouwd. Een bordes geeft een pand allure, een voorname uitstraling. |
500 |
Hijsinstallatie
|
Met een hijsinstallatie kunnen goederen en voorwerpen vanaf de straat of gracht naar boven getakeld worden. Op de zolder werden producten opgeslagen die geen vocht konden verdragen, zoals specerijen. NB: een hijsinstallatie komt altijd in combinatie met een zolder. |
500 |
Tuin
|
Grond was duur in Amsterdam, ook in de zeventiende eeuw al. De aanleg van een tuin was dan ook een luxe die maar weinigen zich konden permitteren. De tuinen waren er puur voor de sier met planten, bloemen en bomen uit alle streken waarmee de gewesten handel dreven. |
3000 |
Koetshuis
|
Als een stadspaleis twee kavels diep was, ontstond er ruimte voor een koetshuis. Dat was een gebouw aan de achterzijde van de kavel. Er waren stallen en ruimtes voor de koetsen van de familie. Vaak waren hier ook vertrekken voor bedienden. Koetshuizen konden een soort huizen op zich zijn, maar je had ook eenvoudige bouwwerken met stenen muren en afdakjes. |
Luxe uitvoering 3000
Basisuitvoering 750 |
Balzaal |
Een balzaal is het pronkstuk van het huis. Hier kan men gasten ontvangen, onderdompelen in luxe en laten genieten van kunstwerken aan de muur en plafondschilderingen. Een balzaal beslaat gemakkelijk 65% (tweederde) van een verdieping. Indien er geen tuin is, is een balzaal een must. |
5000 |
Vestibule
|
Oneerbieding gezegd is dit de hal. Echter: het is ook de eerste indruk die je gasten gunt van het interieur van jouw stadspaleis. Een vestibule kan als wachtkamer dienen voor zakelijke contacten. En als zij zitten te wachten, moeten zij uiteraard niet verveeld om zich heen gaan zitten kijken. |
800 |
Vijver
|
Een vijver neemt het grootste gedeelte van een tuin in beslag en vraagt veel onderhoud. Het biedt de gelegenheid exotische vissen te houden. Een vijver in combinatie met een koetshuis komt zelden voor. |
3000 |
Keuken |
Een keuken is onmisbaar: eten doe je tenslotte iedere dag. Een eenvoudige keuken voorziet in de dagelijkse hap, maar als je groots wil uitpakken met een banket voor jouw gasten, heb je een grote keuken nodig. |
750 |
Eetzaal |
Een eetzaal is onmisbaar om indruk te kunnen maken op gasten. Het is een goed alternatief voor wie geen balzaal kan betalen. Wie een eetzaal inricht, moet ook een keuken plaatsen. |
3000 |
Secreet of privaat (wc) |
Uiteraard moesten de heer en dame des huizes ook gewoon plassen en poepen. Er bestond nog geen riolering en dus gebruikte men speciale stoelen met een plank met een gat boven een emmer om de behoefte te doen. Meestal zette men die stoelen gewoon in de hoek van de eetkamer (men dacht anders over privacy). Soms bouwde men een secreet op een vaste plek in een nisje of hoekje van het huis. Badkamers bestonden nog niet. |
250 |
Kunst en rariteitenkabinet |
Rijke kooplieden konden echte verzamelaars zijn: de een legde zich toe op (opgezette) dieren uit verre oorden, de andere op lichaamsdelen op sterk water, landkaarten en globes, porselein, en ga zo maar door. De kamer zelf was niet zo duur, maar als je dit kiest, moet je die wel vullen met kunst en accessoires. En dat kan flink in de papieren gaan lopen! |
250 |
Tuitgevel |
Komen alleen als voorgevel bij pakhuizen voor. Het is een sobere, bakstenen gevel met puntdak, de top afgedekt met zandsteen of een klein fronton (voorplaat). De zijkanten en de aanzet (waar de tuitgevel begint) kunnen versierd zijn. Geschikt om een hijsinstallatie in te installeren. |
500 |
Trapgevel |
Tot de zeventiende eeuw hadden huizen meestal een houten dak. De trapgevel verving dat. Je zag ze veel in de Gouden Eeuw, al zijn er nu nog maar een paar van over. |
1000 |
(Verhoogde) halsgevel |
Deze daklijst kwam overgewaaid uit Frankrijk, waar Lodewijk XIV er gebruik van maakte. Deze gevel biedt veel gelegenheid tot sierelementen waarin bijvoorbeeld het familiewapen verwerkt kon worden. In een verhoogde halsgevel kun je ook nog raampjes verwerken.
|
2000 |
Klokgevel |
Zit wat allure betreft tussen de trapgevel en halsgevel in. Je had een eenvoudige variant (rechts op het plaatje) als opvolger van de tuitgevel. Links op het plaatje zie je een meer versierde klokgevel. |
1500 |