Hieronder staat een algemene verantwoording beschreven. In deze verantwoording zal het volgende beschreven worden: digitale didactiek, culturele diversiteit, het portfolio, de rol van de docent en samenwerkend leren.
Digitale didactiek
Volgens het beoordelingsformulier van de cursus ‘Samenwerkend leren’ moet er digitale didactiek worden toegepast in de lessenreeks. Ook als deze “verplichting” er niet was geweest, zouden wij gekozen hebben voor de toepassing van digitale didactiek. Uit het onderzoek is namelijk gebleken dat inzet van ICT, op de juiste manier, kan zorgen voor betere leerprestaties en een hogere motivatie bij studenten (Meijer, Van Eck, & Felix, 2008). Ook is gebleken dat het gebruik van digitale leermiddelen helpt om de leerling in zijn eigen leerproces centraal te zetten (Standaert, Troch, Peeters & Stroobants, 2018)
Door gebruik te maken van een digitaal portfolio krijgt lesstof een persoonlijke invulling, dit verhoogt de motivatie van de leerling. In de verantwoording per les zal de keuze voor de digitale didactiek nog verder worden toegelicht.
Culturele diversiteit
Rotterdam is een havenstad. Het is een stad waarin sprake is van superdiversiteit. Superdiversiteit wordt door Vlaemick en Hermans (2016) omschreven als diversiteit binnen diversiteit. Volgens hen is er een toename van ethische-culturele verschillen doordat we in Nederland te maken hebben met verschillende talen, culturen, religies, sociale posities, motieven en verschillende landen van herkomst.
Deze lessenreeks is ontwikkeld voor het Zuiderpark College in Rotterdam. Het Zuiderpark College heeft internationale schakelklassen (ISK). Deze klassen zijn er voor leerlingen die geen of onvoldoende Nederlands spreken. Een aantal van de leerlingen zijn succesvol overgeplaatst naar de bovenbouw van het VMBO, waar deze lessenreeks voor ontwikkeld is. Tijdens deze lessenreeks zorgen we ervoor dat de voormalige ISK-leerlingen gekoppeld worden aan leerlingen die de Nederlandse taal goed beheersen. Dit doen we door voorafgaand aan de les een klassenindeling te maken.
Wanneer er sprake is van superdiversiteit binnen een klas, is er ook sprake van een verschil in normen en waarden. Om deze reden vinden wij het belangrijk om tijdens de lessen aandacht te besteden aan het maken van gezamenlijke normen en waarden binnen de klas. Deze normen en waarden hebben tijdens deze lessenreeks met name te maken met cyberpesten. Wanneer deze gezamenlijke normen en waarden daadwerkelijk worden toegepast, kan dit ervoor zorgen dat cyberpesten afneemt (NJI, 2014).
Het portfolio
Tijdens het brainstormen bedachten we dat het leerzaam zou zijn om de leerlingen een logboek bij te laten houden. Toen we dit idee gingen uitwerken kwamen we erachter dat we beter voor een portfolio konden kiezen. Een logboek is namelijk bedoeld om afzonderlijke ervaringen te reflecteren en een portfolio is bedoeld om een ontwikkelingslijn zichtbaar te maken of het bereikte niveau te illustreren. Het schrijven van een portfolio leidt automatisch tot een reflectie op de eigen ontwikkeling (Korthagen, 1998). De eigen ontwikkeling inzichtelijk maken is een van de doelen die we willen bereiken met deze lessenreeks. Ook is het een bewuste keuze geweest om de leerlingen een portfolio te laten maken in het digitale programma ‘Padlet’. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het bijhouden van een digitaal portfolio een positievere bijdrage levert aan de ontwikkeling en reflectie dan een papieren portfolio (Sins & Cornelisse, 2017).
De rol van de docent
Tijdens deze lessenreeks is het van belang dat de docent een coachende rol krijgt en zich houdt aan de vijf vuistregels van de begeleiding van samenwerkend leren. De vuistregels klinken als volgt (Ebbens & Ettekoven, 2013):
Samenwerkend leren
Volgens Ebbens & Ettekoven (2013) is het belangrijk om de leerlingen goed voor te bereiden op samenwerkend leren. Een van de dingen die belangrijk zijn in deze voorbereiding, is het geven van een heldere instructie. Tijdens het ontwikkelen van deze lessenreeks hebben wij rekening gehouden met de zeven principes (wat, hoe, met wie, hulp, tijd, resultaat en klaar) van een heldere instructie. In iedere les wordt beschreven wat de leerlingen moeten doen, hoe ze de opdrachten moeten gaan maken, met wie ze de opdracht moeten maken en hoeveel tijd ze er voor krijgen. Ook wordt er beschreven wat ze kunnen doen wanneer er vragen zijn of wat ze kunnen doen als ze klaar zijn. Aan het begin van de les zal ook beschreven wat het resultaat moet zijn of wat er met het resultaat gedaan wordt. In de verantwoording per les zal de keuze voor vormen van samenwerkend leren nog verder worden toegelicht.