2. Vermogen berekenen met de spanning en stroomsterkte

Bij onderdeel Energie hebben we het al gehad over het vermogen, wat aangeeft hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt (J/s). De grootheid van vermogen is P, en de eenheid is watt (W).

Het vermogen hangt af van twee factoren:

  1. De spanning waarop het apparaat werkt, dus hoeveel energie er per deeltje wordt meegegeven.

  2. De stroomsterkte die door het apparaat loopt, dus hoe veel deeltjes er per seconde voorbij stromen.


Je kunt het vermogen daarom berekenen met de formule:

P = U · I

Hierbij geldt het volgende:
P = Vermogen in watt (W)
U = Spanning in volt (V)
I = Stroomsterkte in ampère (A)

Bekijk voor meer uitleg over vermogen het youtube kanaal van meneer Wietsma: https://www.youtube.com/watch?v=PReUYmApanQ&list=PL9ngJuVeW8kfXTqPDAK4O_r8OceVRc__0&index=4

 

Voorbeeld
Op een website kun je led lampen kopen voor decoratief gebruik. Controleer of het vermogen van de lamp juist is berekend. Gebruik hiervoor de afbeelding hiernaast.  

Gegevens     U = 12 V

                      I =  220 mA = 0,22 A (Dus altijd milli Ampère omrekenen naar Ampère)

Gevraagd     P = ?

Uitwerking       P = U · I
                        P = 12 · 0,22
                        P = 2,64
                        P = 2,64 W

Dit klopt met de waarde die op de website vermeld staat.