Een goede hondenvoeding is cruciaal voor de gezondheid van de hond.
Problemen zoals ontstekingen, schilfers of zelfs suikerziekte kunnen voorkomen worden door een passend dieet te kiezen, zodat het lichaam goed functioneert. Maar tegenwoordig zijn er enorm veel voedingsproducten op de markt. Kies je droge brokken, nat blikvoer of vers vlees voor je hond? Er is ontzettend veel informatie te vinden over honden voeding, maar in dit hoofdstuk geven we een kort overzicht van verschillende type hondenvoeding.
Een hond is wat we noemen een ‘echte vleeseter’ (carnivoor), wat betekent dat zijn spijsverteringsstelsel helemaal ontworpen is voor het verwerken van vlees. Maar recent onderzoek heeft aangetoond dat het gen voor amylase (een enzym dat helpt in het afbreken van zetmeel) in moderne honden veel vaker voorkomt en efficiënter werkt dan bij wolven. Honden kunnen zetmeel dus ook enigszins verteren. Een hond is dus fysiek wel een vleeseter, maar toch zeker geen wolf. De hond is de afgelopen eeuwen zo doorontwikkeld dat hij ook zijn energie uit plantaardig materiaal kan halen (mits goed bereid).
Het is vooral belangrijk dat je kijkt naar de behoeftes van het individu. Deze verschillen bij de hedendaagse huishond zo erg, dat het gewoonweg niet zo kan zijn dat elke voeding past bij elke hond. De juiste voeding is dus nog steeds de voeding waar de hond het goed op doet.
Tijdens de lessen voeding heb je geleerd welke voedingsstoffen er in voeding zit en wat ze doen. Teveel of te weinig van de juiste voedingstoffen kan schadelijk zijn voor de hond. Tegenwoordig zijn de meeste voedingsmerken afgestemd op de gemiddelde behoefte van een hond. Om de hond de gelegenheid te geven deze voedingstoffen goed op te nemen en te verwerken voor gebruik, wordt het dieet over meerdere maaltijden op een dag verdeeld. Normaliter is dit aantal twee, echter voor honden met een gevoelig maag-darmkanaal kan het waardevol zijn meerdere maaltijden te voeren. Je voert dan geen grotere hoeveelheid, maar kleinere porties verspreid over de dag.
Brokken
Droogvoer bevat bijna geen water en is daardoor lang houdbaar. Vaak wordt het in de vorm van brokken aangeboden: er zijn enorm veel verschillende merken op de markt.
Bepaalde fabrikanten doen veel onderzoek, de prijs kan daardoor per merk sterk verschillen. Onthoud wel: een hogere prijs is geen garantie voor een hogere kwaliteit. Kijk goed naar de samenstelling van de voeding: het gaat erom wat erin zit!
Doorgaans bevatten droge brokken veel zetmeel om het geheel bij elkaar te houden. Maar doordat de brokjes erg klein zijn, slikken veel honden ze zonder te kauwen door. Voedingsresten van de maaltijd blijven dan achter in de mond en tussen het gebit. Dit kan tandsteen en ontstoken tandvlees veroorzaken.
Het is dus belangrijk om je hond geregeld iets te kauwen te geven (bijvoorbeeld vuile pens), zodat zijn gebit ontdaan wordt van vastgeplakte (brok)resten.
Wanneer je brokken voert, is voldoende drinken erg belangrijk. Door de droge content zal je hond de boel even willen ‘doorspoelen’ na het eten. Sommige brokken zijn vrij zout, waarbij goed drinken ook van belang is.
Nat hondenvoer
Natvoer is bijna het tegenovergestelde van droogvoer: het bestaat namelijk voor 60 tot soms wel 90% uit water! Ook dit voer is in verschillende kwaliteiten verkrijgbaar, dus lees je wederom in op wat je hond nodig heeft.
Is je hond een slechte brokkeneter? Dan kun je de brokjes met natvoer mengen, om het zo aantrekkelijker en makkelijker eetbaar te krijgen. Zorg ervoor dat het natvoer altijd op vleesbasis is en geen soja of suiker bevat.
Rauw vlees
Het voeren van vers, rauw vlees is een voedingsmethode die steeds vaker gezien wordt. Echter, vlees voeren kan op meerdere manieren. Zo zijn er in de afgelopen jaren drie verschillende methodes ontwikkeld:
• NRV (Natuurlijke Rauwe Voeding)
Bij NRV worden natuurlijke ‘prooidieren’ in zijn geheel aan de hond gevoerd. Naast dit vlees worden geen toevoegingen zoals groeten bijgevoerd.
• BARF (Bones and Raw Food)
BARF kijkt vooral naar de verschillende voedingscomponenten van vers vlees. Het precieze dieet wordt samengesteld aan de hand van verschillende percentages voedingsstoffen in de voerproducten (zoals botten, spieren en orgaanvlees). Ook groenten worden meegenomen in de samenstelling.
• KVV (Kompleet Vers Voer)
KVV is kant en klaar vlees, dat vermalen en ingevroren is. Makkelijk te voeren en op te slaan, maar je ziet hier geen herkenbare stukken vlees meer in terug. Ook aan dit dieet worden groenten toegevoegd.
Het vlees dat aan honden gevoerd wordt heeft dezelfde eisen als het vlees dat wij zelf op ons bord krijgen. Sommige veeziekten, zoals de ziekte van Aujeszky, kunnen namelijk bij consumptie van besmet vlees worden overgedragen aan je hond. Daarom is het belangrijk dat je hond nóóit onverhit varkensvlees eet.
Gekookte, gebakken of gerookte botten (of zulk vlees met botten) mag nóóit gevoerd worden: de botten gaan dan splinteren, wat voor levensgevaarlijke inwendige beschadigingen kan zorgen.
Helaas is overgewicht (obesitas) het meest voorkomende gezondheidsprobleem van de moderne hond. Er wordt te weinig gekeken naar wat het dier nodig heeft in relatie tot zijn verbruik en daarnaast verwennen we onze honden graag.
Daar is niets mis mee, alleen als het te vaak gebeurt en met het verkeerde lekkers! Niet alleen chocolade, maar ook xylitol (zoetstof), rozijnen en sommige groenten en fruit zijn giftig voor honden.
Het (gekruide) eten van ons eigen bord is ook uitermate ongeschikt voor het specifieke maag-darmkanaal van onze trouwe viervoeter. Wil je je hond verwennen? Geef hem dan een stuk vuile pens om op te kauwen, gedroogde varkensoren of pees.
Als richtlijn voor de hoeveelheid voeding kun je de gebruiksaanwijzing op de voerzak volgen. Echter, deze waarden houden geen rekening met grootte, temperament, levensstijl en eventuele aanleg van je hond. Je zal daarom bij een advies altijd goed met de eigenaar moeten overleggen en vragen wat de behoeften zijn van de hond.
Om te zien of je hond te licht of te zwaar is, heeft men de Lichaams Conditie Score bedacht. Aan de hand van de volgende plaatjes kun je zien in welke categorie een hond thuishoort: is hij te licht, te zwaar of ideaal? Naast kijken moet je ook voelen aan een hond; voel je zijn ribben makkelijk of moet je veel druk zetten? Bij dat laatste is de hond aan de zware kant.