De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs heet erosie. Doordat stenen in de rivier met elkaar botsen en langs elkaar schuren raken de stenen langzaam afgerond. Hierdoor ontstaat er in de bovenloop van de rivier grind.
Al dat gesteente wordt uiteindelijk zo klein dat je de korrels niet eens meer met het blote oog kan zien. Die kleine steentjes grind worden namelijk alleen maar kleiner en kleiner naarmate ze verder door het landschap worden vervoerd. Uiteindelijk zijn de twee soorten korrels die je nog met het blote oog kan zijn grind en zand. Klei daarentegen is een korrel die je alleen met een microscoop kan zien. De korrels zijn zo klein geworden dat dit dus niet zichtbaar is voor het blote oog.
Gletsjers zijn ijsmassa's die langzaam naar beneden bewegen door het zware gewicht. Sneeuw hoopt zich op en wordt door de druk omgezet in ijs in de firnbekkens (komvormig gebied).
Als de gletsjer smelt en zich terugtrekt in de bergen, zal het U-dal dat uitgesneden is, zich gaan vullen met zeewater. Hierdoor ontstaat er Fjorden.