Uitleg

Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd niet van klank veranderen. Er komt in de verleden tijd dan -de(n) of -te(n) achter het werkwoord.

Twijfel je of je –te(n) of –de(n) moet gebruiken?

Volg onderstaande stappen om erachter te komen hoe je het werkwoord juist spelt.

  1. Wat is het hele werkwoord?
  2. Haal –en van het werkwoord af
  3. De laatste letter die overblijft, zoek je op in ‘t ex kofschip
  4. Staat de letter in ‘t ex kofschip? à ik-vorm + te(n)
    Staat de letter niet in ‘t ex kofschip? à ik-vorm + de(n)

Voorbeeld

  1. Wij ___ (fietsen, pv v.t.) door de stad.
  2. Fiets (-en)
  3. -s zit in ‘t ex kofschip
  4. Wel > ik-vorm + te(n)
  5. Dus: Wij fietsten

Sterke werkwoorden

Bij sterke werkwoorden zal de klank veranderen (lopen-liepen), waardoor je hierbij niet 't ex kofschip kan gebruiken.