De vierde klimatenhoofdgroep is het D-klimaat, ook wel het landklimaat. De gemiddelde temperatuur in de koudste maand is lager dan -3 °C en in de warmste maand is die hoger dan 10 °C. Bij deze klimaten is er wel een groot verschil tussen de zomer en winter temperaturen. In een landklimaat is er weinig invloed van de zee, waardoor de zee de temperaturen niet kan matigen. De verschillen tussen zomer en winter zijn dus groter.
De D-klimaten zijn onder te verdelen in:
Ds-klimaat: droge periode in de zomer
Dw-klimaat: droge periode in de winter
Df-klimaat: het gehele jaar door neerslag
Bij de landklimaten is het temperatuurverschil tussen zomer en winter best groot. De sneeuw die valt kan lang blijven liggen, omdat de temperatuur lange tijd onder de 0 °C blijft. Hieronder zie je de klimaatgrafiek van Oulo, een stad in Finland, met een Df-klimaat. Je ziet dat het in de winter gemiddeld -8 °C kan worden en in de zomer gemiddeld maximaal 17 °C. Er is het hele jaar door regen.
Klimaatgrafiek aflezen Een blauwe staaf geeft de hoeveelheid neerslag (mm) in een maand weer. De rode lijn geeft de gemiddelde temperatuur (°C) in een maand weer. |