Begrippenlijst
Geslachtelijke voortplanting = Bij geslachtelijke voortplanting versmelt de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel.
Zaadcel = De geslachtcel van de man
Eicel = De geslachtscel van de vrouw
Uitwendige bevruchting = Bevruchting van de eicel vind buiten het lichaam plaats
Inwendige bevruchting = Bevruchting van de eicel vind plaats in het lichaam van het vrouwtje