Dyspneu is ook wel ademnood, kortademigheid. De zorgvrager is snel buiten adem en heeft een gevoel van benauwdheid. Je moet meer moeite doen om adem te halen dan voorheen. De kortademigheid kan bij inspanning, maar ook in rust voorkomen. Er is een verschil tussen acute kortademigheid en langzaam toenemende kortademigheid. Acute kortademigheid kenmerkt zich door het plots optreden van de kortademigheid, van het ene op andere moment of binnen enkele uren). Langzaam toenemende kortademigheid ontwikkelt zich over een langere periode van bijvoorbeeld enkele weken, maanden of zelfs jaren.
Tachypneu is een versnelde ademhaling. De frequentie is hoger dan 20 keer per minuut. Voor de zorgvrager is dit erg vermoeiend en uitputtend. In combinatie met tachypneu komt vaak ook tachycardie voor. Dit is een versnelde hartslag. Dit kan een teken zijn van zuurstoftekort.
Bradypneu is een te langzame ademhaling. De frequentie is minder dan 12 keer per minuut.
Apneu is een pauze in de ademhaling. De ademhaling stopt.(Thieme Meulenhoff, 2021).