2. Ga na wat er is gebeurt

Als je bij een slachtoffer komt probeer je een inschatting te maken wat er is gebeurt en wat het slachtoffer mankeert.

Je kunt hiervoor gebruik maken van:

Je stelt vragen aan het slachtoffer, je kijkt hoe het slachtoffer reageert, wat valt je nog meer op als je naar het slachtoffer kijkt. Denk bijvoorbeeld aan de blauwe verkleuring van de huid of hevig transpireren.

Je betrekt omstanders bij de situatie. Vraag of ze gezien hebben wat er is gebeurt. Wat kunnen ze nog meer vertellen? Zijn ze bekend met het slachtoffer?

Stille getuigen zijn dingen of voorwerpen die zonder te praten kunnen vertellen wat er gebeurt is. Bijvoorbeeld kapotte kleding