Inkoopprijs en brutowinstopslag

Inkoopprijs

Om producten te verkopen is het wel de handig om eerst zelf de producten te kopen. In de meeste gevallen koop je de producten die je nodig hebt bij een groothandel. De groothandel zit namelijk tussen de detailhandel en de fabrikant in. De detailhandel ben jij in dit geval, want je wilt de producten die jij te bieden hebt verkopen aan je klanten. De fabrikant zijn bedrijven die de producten maakt. Je wilt natuurlijk dat je de producten voor zo'n laag mogelijke bedrag gaat inkopen. Als je de producten met een hoge inkoopprijs koopt, wordt het voor jou als detailhandel lastig om je producten kwijt te raken.

 

Voorraad fietsen

Brutowinstopslag

Stel je bedrijf gaat over fietsen. De fietsen moeten we ergens gaan inkopen. Bij de groothandel voor fietsen betaal je geen hoge prijs. De prijzen bij een groothandel zijn altijd veel lager, dan dat een consument bij jouw betaalt. De reden daarvoor is dat je zelf ook een gedeelte van het geld wilt overhouden om er van te leven en je kosten te betalen. Het bedrag dat de fietsmaker bij de inkoopprijs optelt zoudat hij de fiets voor meer geld verkoopt, is de brutowinstopslag. de brutowinstopslag noem je ook wel brutowinstmarge of kortweg brutowinst. Meestal schrijven we de brutowinstopslag als een percentage van de inkoopprijs.

Srel je voor: Je hebt besloten om een fietsenwinkel te openen. Je gaat naar de groothandel om wat fietsen in te kopen. De prijzen die je daar betaalt, zijn voor jou als fietsenwikelaar inkoopprijzen. Je hebt daar een mooie fiets gezien van het merk Gazzele. De prijs voor je Gazzele fiets is €150,- euro. Je hebt besloten om 30% brutomarge te nemen. 30% brutomarge van €150,- euro kan je bereken door eerst 1% te berekenen en vervolgens te vermenigvuldigen met 30.

€150,- / 100 = €1,50 euro.

€1,50 x 30 = € 45,- euro.

De brutowinst is dus € 45,- euro.