Leerkrachtpagina

Onderbouwing:

 

Les 1:

Levo:
Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.
Tussendoel: 
Sociale en culturele invloeden - culturele verschillen, overeenkomsten, kenmerken en uitingen

Drama:
Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Tussendoel:
Spelvormen - afspreekspel
Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Tussendoel:
Rituelen en gebruiken: 
- Gewoonten en gebruiken (bijv. bij feesten, familiegebeurtenissen);
- Omgangsvormen vroeger en nu

Voor deze les maak ik gebruik van de cooperatieve werkvorm die is ontworpen op basis van vier basisprincipes (GIPS) die zorgen dat deze coöperatieve-leerstrategieën-aanpak tot hoge individuele prestaties leid (Kagan, 2019): 
1. Gelijke Deelname – De leerlingen bespreken de opdracht en beslissen samen hoe ze hun begroeting maken;
2. Individuele Aanspreekbaarheid – Elke leerling is individueel in staat de begroeting uit te voeren en toe te lichten;
3. Positieve Wederzijdse Afhankelijkheid – De leerlingen hebben elkaar nodig om de opdracht uit te kunnen voeren;
4. Simultane Actie – Alle leerlingen zijn gelijktijdig actief bezig. 

Voor deze les levensbeschouwing houd ik de drie beroepsrollen van de leerkracht aan (De Schepper, 2017):
1. Begeleider - Ik kijk en luister aandachtig naar dd vragen en manier van denken van de leerlingen, kies inhouden en werkvormen die de leerlingen boeien en begeleidt ze als groep en individueel bij hun werk;
2. Deskundige - Ik heb geschikte lessen ontworpen met belangrijke inhoud, afgestemd op het niveau van de leerlingen en geef bijkomende informatie waar dat nodig is;
3. Gesprekspartner - Ik ga het gesprek aan met de leerlingen en heb respect voor hun mening. Ik daag ze uit om hun mening te geven, met andere leerlingen in dialoog te gaan en zal op bescheiden wijze op gepaste momenten mijn eigen mening geven om mijn betrokkenheid te tonen.

De basisvaardigheden van van het vak levensbeschouwing (De Schepper, 2017) die in deze les terugkomen zijn:
- Waarnemen - De leerlingen vergroten hun wereld door het verkennen van informatie over begroetingen vanuit verschillende culturen;
- Tradities hanteren - De leerlingen 'voeden' zich met kennis over de tradities en gewoontes op het gebied van begroeten in andere culturen;
- Redeneren - De leerlingen worden uitgedaagd hun mening te geven over begroeting voor en tijdens Covid en hier over in discussie te gaan;
- Communiceren - De leerlingen praten met elkaar over de verschillende vormen van begroeten en maken in groepjes beslissingen over hun eigen groet;
- Handelen - De leerlingen maken in groepjes beslissingen over hun begroeting en gaan actief aan de slag om deze begroeting samen te maken;
- Verbondenheid beleven - Gedurende het doen van de opdracht zullen de leerlingen zich verbonden voelen met de leden van hun groepje omdat ze een gezamenlijk doel nastreven.

Drama wordt vanuit de invalshoeken cultuurgoed, didactisch hulpmiddel en pedagogisch hulpmiddel toegepast. Bij drama als cultuurgoed gaat het om de ontwikkeling van de inzicht van het kind in theater, maar ook zijn eigen smaak met betrekking tot toneelspel en theater. Drama wordt als didactisch hulpmiddel voor leerinhouden van andere vakken ingezet om meer begrip te ontwikkelen voor o.a. rekenonderwijs en taal. Drama wordt ook als pedagogisch middel ingezet voor het aanleren van een breed scala aan vaardigheden, waaronder de sociaal-emotionele ontwikkeling (De Nooij, 2017).

De indeling van de les verloopt zoals beschreven door De Nooij (2017) uit de volgende onderdelen:
- Inleiding;
- Warming-up;
- Instructie;
- Kern van de les;
- Afsluiting.
Bij de beschrijving van de les staan alle onderdelen uitgeschreven.

Als werkvorm is acteerspel gebruikt. De leerlingen bedenken in groepjes een eigen begroeting, studeren deze in en presenteren deze aan de klas.

 

Les 2:

Beeldende vorming:
Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Tussendoel:
Betekenisvolle onderwerpen en thema's - betekenisvolle onderwerpen voor beeldende werkstukken uit de directe belevingssfeer van de kinderen (vieringen, je welkom voelen)
Kleur - kleurnuances en kleurcontrasten
Textuur - texturen tekenen op het platte vlak
Compositie - motieven voor decoratie en patronen (spiegelen, herhalen, roteren)

De basisvaardigheden van van het vak levensbeschouwing (De Schepper, 2017) die in deze les terugkomen zijn:
- Waarnemen - De leerlingen bekijken de video over welkom zijn en zien welke impact het heeft om afgewezen te worden;
- Tradities hanteren - In Nederland hebben we de gewoonte dat je niet zomaar ergens over de vloer komt zonder eerst te bellen (helemaal met Kerst), deze les laat zien hoe pijnlijk deze gewoonte kan uitpakken;
- Verbeelden - De leerlingen kunnen zich inleven in de hoofdpersoon uit het filmpje en kunnen zich ook voorstellen hoe het voor hunzelf of klasgenoten is als ze afgewezen worden, of dat niemand met ze wil spelen;
- Redeneren - De leerlingen worden uitgedaagd hun mening te geven, over gevoelens te praten en hier over in discussie te gaan;
- Communiceren - De leerlingen praten met mij en met elkaar over welkom zijn, ze praten met elkaar over over welk thema ze voor hun feestje willen;
- Handelen - De leerlingen maken in groepjes beslissingen over het thema van hun feestje en gaan actief aan de slag om een verjaardagskaart te maken en een bericht te schrijven;
- Verbondenheid beleven - Gedurende het doen van de opdracht zullen de leerlingen zich verbonden voelen met de leden van hun groepje omdat ze een gezamenlijk doel nastreven.

Beeldaspecten (Schasfoort, 2016) of beeldende aspecten is de verzamelnaam voor beeldende stambegrippen, ofwel visueel of door tast waarneembare kenmerken van beelden en vormen. De beeldaspecten die in deze les voorkomen zijn:
- Kleur - de leerlingen werken met licht-donkercontrasten door het werken met donkere kleuren (in stift) op het figuur op de voorgrond en lichtere (in potlood) kleuren voor de achtergrond;
- Vorm - Door het grote figuur op de voorgrond en de kleiner weergegeven achtergrond onstaat er vormconstrast (groot tegenover klein). Het figuur wordt opgevuld met een patroon van woorden die regelmatig geordend zijn op het grondvlak;
- Compositie - door herhaling van een bepaald(e) (woordpatroon) vorm in de compositie, ontstaat een ritme

 

Les 3:

Levo:
Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
Tussendoel: 
Samenleven, waarden en normen - gezelligheid en de behoefte aan saamhorigheid
Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.
Tussendoel: 
Sociale en culturele invloeden - culturele verschillen, overeenkomsten, kenmerken en uitingen

Muziek:
Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Tussendoel:
Muziek maken:
 - klankbeelden ontwerpen en spelen van betekenisvolle situaties met stiltemomenten en een bepaalde ontwikkeling
- speelstukjes ontwerpen en spelen met vormprincipes
Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Tussendoel:
Rituelen en gebruiken: 
- Gewoonten en gebruiken (bijv. bij feesten, familiegebeurtenissen);
- Omgangsvormen vroeger en nu

Voor deze les levensbeschouwing houd ik de drie beroepsrollen van de leerkracht aan (De Schepper, 2017):
1. Begeleider - Ik kijk en luister aandachtig naar de vragen en manier van denken van de leerlingen, kies inhouden en werkvormen die de leerlingen boeien en begeleidt ze als groep en individueel bij hun werk;
2. Deskundige - Ik heb geschikte lessen ontworpen met belangrijke inhoud, afgestemd op het niveau van de leerlingen en geef bijkomende informatie waar dat nodig is;
3. Gesprekspartner - Ik ga het gesprek aan met de leerlingen en heb respect voor hun mening. Ik daag ze uit om hun mening te geven, met andere leerlingen in dialoog te gaan en zal op bescheiden wijze op gepaste momenten mijn eigen mening geven om mijn betrokkenheid te tonen.

De basisvaardigheden van van het vak levensbeschouwing (De Schepper, 2017) die in deze les terugkomen zijn:
- Waarnemen - De leerlingen lezen de verschillende teksten over saamhorigheid en bekijken de videofragmenten;
- Tradities hanteren - De leerlingen zien, en krijgen uitleg over tradities uit verschillende landen die de saamhorigheid verhogen;
- Redeneren - De leerlingen worden uitgedaagd hun mening te geven en met elkaar in discussie te gaan;
- Communiceren - De leerlingen praten met mij en met elkaar over wat ze van de tradities vinden;
- Handelen - De leerlingen maken in groepjes beslissingen over de tekst van hun welkomshaka en de body sounds die ze erbij willen gebruiken en studeren deze in;
- Verbondenheid beleven - Gedurende het doen van de opdracht zullen de leerlingen zich verbonden voelen met de leden van hun groepje omdat ze een gezamenlijk doel nastreven.

Wanneer leerlingen op de basisschool goed muziekonderwijs krijgen en zich goed kunnen ontwikkelen, functioneren ze later veel beter. Muziek stimuleert bepaalde hersenfuncties die je vaak nodig hebt in het dagelijks leven. Volgens recent neurologisch onderzoek is een breed en gevarieerd onderwijsaanbod noodzakelijk. Hersenen hebben uitdaging nodig. Wanneer er alleen taal en rekenen wordt gegeven, is dit mogelijk niet genoeg om de hersenen te prikkelen en zich te laten ontwikkelen. Wanneer het onderwijs gestructureerd muziek aanbiedt aan de leerlingen, worden ze uitgedaagd en gestimuleerd door middel van een voor iedereen toegankelijk concept, wat de hersenen stimuleert (Van der Lei, Haverkort & Noordam, 2015).

De leerlingen maken hun eigen welkomshaka. Deze haka maken ze met behulp van bodypercussie. De les is opgebouwd vanuit het KVB-model:
- Klank: Bij klankduur is het ritme en het tempo van belang, bij klankkleur wordt het lichaam gebruikt als instrument;
- Vorm: Vormprincipes - herhaling en of imitatie (dit raad ik ze aan);
- Betekenis: Praktische functie - het is bedoelt om iemand welkom te heten (op school, op de sportclub, in een land... etc.)
In de les komen deze KVB-aspecten terug in de volgende domeinen:
- zingen: de leerlingen schrijven een tekst en zingen (of rappen) dit mee met hun zelfgemaakte bodypercussie;
- luisteren: leerlingen luisteren naar verschillende voorbeelden van bodypercussie en proberen dit uit voor hun eigen project. Ze luisteren naar hoe het klinkt in hun eigen project;
- Muziek maken: de leerlingen maken in groepjes een eigen welkomshaka (bodypercussie) met tekst. Ze gebruiken een bodypercussie die ik ze aan heb geleerd als blauwdruk. Eerst schrijven ze de tekst, daarna bedenken ze welke body sounds ze in gaan zetten met behulp van een aantal instructievideo's;
- Muziek lezen en noteren: de leerlingen noteren hun body sounds door elke body sound een eigen kleur te geven en dit aan te passen in te tekst. Op deze manier maken ze hun eigen 'notenschrift';
- Bewegen op muziek: tijdens de presentatie bewegen de leerlingen mee met de body sounds.