When do we use the Present Simple?
If something happens:
Examples
Danny calls his mum every day.
Charissa often talks to her students after class.
I don't wash my hair in the morning.
Bij de eerste zin is het een activiteit die altijd plaatsvindt. Danny belt zijn moeder namelijk elke dag. --> ALWAYS (a habit)
Bij de tweede zin gaat het om een activiteit die vaak (often) gebeurt. Often en regularly zijn synoniemen van elkaar, waardoor het automatisch bij REGULARLY hoort.
Bij de derde zin gaat het om een activiteit die nooit plaatsvindt. De persoon wast zijn/haar haren nooit in de ochtend. Waarschijnlijk gebeurt dit dus in de avond. --> NEVER
TIP! Some words always go together with the Present Simple, like every day, often, never, sometimes, every week etc.