Je komt thuis na je bezoek, waar je een nare verrassing staat de wachten. Er ligt een briefje op de mat van je buurman:
Beste buur,
ik ben niet gediend van die harde muziek die u altijd draait. U doet dit uitsluitend om mij het leven zuur te maken. Als het niet stopt doe ik aangifte bij de politie.
Je verzamelt al je moed en klopt bij de buurman aan. Hij doet open, maar opent de deur maar een kiertje, en gluurt naar buiten. Je hebt deze buurman nog niet eerder ontmoet. Je stelt je voor. De buurman reageert afwerend, en zegt 'je moet ophouden met die muziek'. Je bied je excuses aan en zegt er voortaan op te letten de muziek niet te hard te zetten. Wanneer de buurman de deur sluit mompelt hij 'ze moeten me allemaal hebben'.