De tussen -s
In samenstellingen wordt een -s geschreven, wanneer deze ook wordt uitgesproken.
Bijvoorbeeld: stationsplein, moederskindje en scheepswrak.
De tussen -e of -en
De tussen -en wordt geschreven wanneer het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -en.
Bijvoorbeeld: kippenei, want het meervoud van kip is alleen kippen.
Maar: Het is aspergesoep en gedaanteverwisseling, want het meervoud van asperge is asperges, terwijl het meervoud van gedaante zowel gedaanten als gedaantes kan zijn.
Uitzonderingen
Sommige woorden houden een -e als tussenletter, hoewel ze, als je de hoofdregel zou volgen, -en zouden moeten krijgen.
1. Woorden die verwijzen naar een unieke persoon of zaak: zonnestraal, maneschijn en Koninginnedag.
2. In bijvoeglijke naamwoorden waarvan het eerste deel alleen maar wordt gebruikt als versterking van het bijvoeglijke tweede deel: apetrots, boordevol, reuzeleuk en beregoed.
3. Woorden van het type ‘dier+plant’ vallen onder de hoofdregel en krijgen een tussen-n: eendenkroos, rattenkruid en paardenbloem.
4. Het eerste deel van het woord is een zelfstandig naamwoord zonder meervoud: rijstepap en roggebrood.
5. Woorden die een samenstelling zijn, maar die niet als zodanig worden herkend: ruggespraak en elleboog.
6. Het eerste deel van het woord is een zelfstandig woord met alleen een meervoud op -s: aspergekweker, etagewoning.
7. Het eerste deel van het woord is een bijvoeglijk naamwoord: hogeschool, blindedarm.