Je maakt een CIMO-schema en je onderbouwt dit schema. Je geeft dus de context weer van jouw vakdidactische vraagstuk, omschrijft interventies die je in zou willen gaan zetten, plus de mechanismen waarlangs die interventies tot de gewenste uitkomsten (outcomes) moeten gaan leiden.
Vervolgens onderbouw je jouw keuze voor het vraagstuk en de werkzaamheid van het mechanisme. Niet alles wat je op gaat leveren staat dus in het CIMO-schema.
Hoe ga je dat doen?
Kennisclip
Kijk de onderstaande kennisclip (nogmaals) voor instructie over het maken van een CIMO-schema. De clip is gemaakt in de context van Praktijkonderzoek in de school en dus gericht op groepsdynamica, maar het is gemakkelijk om de vertaalslag naar een vakdidactisch onderzoek te maken.
Daarbij mag vanwege de omvang van deze cursus verwacht worden dat er ten minste drie interventies worden gedaan.
Op te leveren
Vul dit formulier in en lever het uiterlijk 26 februari om 23:59 uur in op Feedbackfruits.
Relevante onderdelen uit de rubric
Het gekozen praktijkvraagstuk is:
een levend vakdidactisch vraagstuk voor de kandidaat, waarvan de aard is beschreven, en waarvan de beschrijving is onderbouwd op basis van systematisch vooronderzoek waarbij zowel lerenden als collega's zijn betrokken;
omschreven aan de hand van (vak)didactische literatuur die duidelijk maakt welk soort vraagstuk het betreft en die mogelijke oplossingsrichtingen suggereert;
niet alleen relevant voor de kandidaat maar ook voor vakcollega's op de leerwerkplek.
gebaseerd op een overweging van uiteenlopende mogelijke praktijkvraagstukken waartussen een scherp beargumenteerde keuze is gemaakt;
aantoonbaar relevant voor een aanzienlijk deel van de beroepspraktijk dat verder reikt dan de context van de leerwerkplek.
De onderzoeksvraag:
is afgeleid van het praktijkvraagstuk;
leidt tot voor de kandidaat haalbaar onderzoek.
Redeneerketens onderliggend aan het prototype:
maken door explicitering van een mechanisme aannemelijk dat de interventies in de context tot de gewenste uitkomsten zullen leiden;
zijn gebaseerd op de verbinding tussen (vak)didactisch literatuur en aantoonbaar relevante praktische overwegingen;
bevatten een definitie van theoretische begrippen aan de hand van (vak)didactische literatuur.
De kandidaat beargumenteert uitvoerig, genuanceerd en met uiteenlopende (vak)didactische en praktische overwegingen waarom het mechanisme aannemelijk is.
Aanvullende eisen
Het CIMO-schema tezamen met de onderbouwing beslaat maximaal 2000 woorden.
Feedback
Hele-klas-feedback
Peer-feedback via Feedbackfruits uiterlijk 28 februari om 23:59 uur gegeven.
Individuele feedback
Waarom ga je dat doen?
Een CIMO-schema is geef aan wat je wil gaan doen en waarom je dat wil gaan doen. Vervolgens kan je dit nader invullen door aan de hand van ontwerpeisen een prototype te maken.