Didactische competentie
Zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren.
Persoonlijke leerdoel
Een duidelijke instructie geven.
Situatie
Ik loop stage in groep 4 waarin wekelijkse lessen wereldoriëntatie op het programma staan. De methode die gebruikt wordt gaat uit van vakintegratie aan de hand van thema’s. Het thema was ‘Op wereldreis’.
Taak
Lessen geven op het gebied van wereldoriëntatie aan kinderen van groep 4. Ik wilde bereiken dat de kinderen rustig aan het werk gingen en ik genoeg tijd overhield om kinderen die meer instructie nodig hebben te kunnen helpen.
Actie
Thema’s voor de lessen kunnen worden gekozen vanuit een bepaald vak, sociale problemen of kwesties, alledaagse kwesties van leerlingen zelf. Het moeten volgens Van Boxtel et al. (2009) aantrekkelijke onderwerpen zijn. Ik heb het thema ingeleid met een filmpje en heb de kinderen krantenknipsels laten meenemen over een land waar ze graag naartoe wilden. Dat heb ik gedaan om de les aantrekkelijker te maken. Elke les ben ik gestart met een instructie waarna de kinderen aan het werk gingen. Ik heb de structuur gevolgd die op de school is afgesproken.
Van Herpen, Mezenberg en Schut (2010) geven aan dat er altijd duidelijkheid moet zijn over de ruimte, de tijd en de criteria. De kinderen kunnen op een bord zien hoeveel tijd ze ergens voor hebben. Het is daarbij ook belangrijk dat het duidelijk is wat de kinderen mogen doen als ze klaar zijn. Na de instructie ben ik een rondje door de klas gelopen en heb ik een aantal kinderen aan de instructietafel geholpen. Dit zijn de kinderen die op dat moment nog extra uitleg nodig hadden.
Resultaat
De kinderen waren zeer enthousiast en het was over het algemeen rustig in de klas. De kinderen die eerder klaar waren zijn rustig verder gegaan met hun weektaak. In het begin had ik het methodeboek nog af en toe nodig. Ik merkte dat de kinderen daardoor wat onrustig werden en met elkaar gingen praten.
Reflectie
Ik was tevreden over hoe de kinderen aan het werk gingen. Ik had alleen te weinig tijd om alle kinderen te helpen. Na de feedback van mijn begeleidster heb ik nog duidelijker de instructie gegeven. Dat hielp, want daarna werd er goed geluisterd en stonden er minder kinderen bij de instructietafel. Om te kunnen differentiëren is het van belang dat instructies effectief gegeven worden zonder dat je het methodeboek nog nodig hebt (Van Herpen et al., 2010).
De volgende keer zal ik nog meer tijd aan mijn voorbereiding besteden zodat ik ook bij een nieuw thema niet meer stof hoef op te zoeken. Ik heb geleerd om een effectieve instructie te geven waardoor de kinderen weten wat ze moeten doen, en ook wat ze moeten doen als ze eerder klaar zijn met hun werk. Ik besef nu dat een goede voorbereiding daarvoor van groot belang is.