Specifiek (stap 1): het leerdoel wordt duidelijk omschreven en geconcretiseerd. Wat wil je bereiken? Welke mensen worden bij jouw leerproces betrokken? Waar en wanneer gaan je aan de slag? En waarom wil je dit leerdoel bereiken?
Meetbaar (stap 2): een SMART-leerdoel heeft een normerend karakter. SMART gaat ervan uit dat er een systeem, methode en procedure zijn om te bepalen in welke mate het doel op een bepaald moment bereikt is. Kijk naar je cijfers, waarderingen en feedback.
Acceptabel (stap 3): bij deze derde stap gaat het vooral om draagvlak. In het geval van een persoonlijk leerdoel is het voldoende dat je zelf het gestelde leerdoel accepteert.
Realistisch (stap 4): een leerdoel moet vooral haalbaar zijn. De lat onnodig hoog leggen is schadelijk voor je motivatie en frustrerend. Kijk dus altijd of een leerdoel uitvoerbaar is met aanvaardbare inspanningen.
Tijdgebonden (stap 5): een SMART-doelstelling is tot slot ook gebonden aan een bepaald tijdspad met een duidelijke start- en einddatum. Wanneer begin je met bepaalde activiteiten? Wanneer ben je klaar? En wanneer zijn je geformuleerde doelstellingen bereikt?