Ook van negatieve getallen kun je machten uitrekenen. Belangrijk is daarbij de manier waarop je dat noteert.
Stel, je wilt de 4e macht van -3 uitrekenen. Je schrijft dan: (-3)4 (-3)4 = -3 × -3 × -3 × -3 = 81
|
Haakjes De haakjes bij machten van negatieve getallen zijn heel belangrijk! Als je ze weglaat, en dus noteert: -34 , dan betekent dit iets heel anders! Omdat machtsverheffen gaat voor de bewerking - of + betekent -34 = - ( 3 × 3 × 3 × 3 ) = -81
Je mag het ook zó opschrijven: -34 = -3 × 3 × 3 × 3 = -81
Ook op je rekenmachine moet je de berekiningen goed invoeren! |
Even/oneven exponenten Bij even exponenten van negatieve getallen is de uitkomst altijd een positief getal. bij oneven exponenten van negatieve getallen is de uitkomst altijd een negatief getal. Voorbeelden:
|
Bekijk ook het volgende filmpje: