Machten van negatieve getallen

Ook van negatieve getallen kun je machten uitrekenen.

Belangrijk is daarbij de manier waarop je dat noteert.

 

Stel, je wilt de 4e macht van -3 uitrekenen.

Je schrijft dan:  (-3)4

(-3)4  = -3 × -3 × -3 × -3 = 81

 


Op je rekenmachine voer je in:

        

 

Haakjes

De haakjes bij machten van negatieve getallen zijn heel belangrijk!

Als je ze weglaat, en dus noteert:  -34 , dan betekent dit iets heel anders!

Omdat machtsverheffen gaat voor de bewerking - of + betekent

-34 = - ( 3 × 3 × 3 × 3 ) = -81

 

Je mag het ook zó opschrijven:

-34 = -3 × 3 × 3 × 3 = -81

 

Ook op je rekenmachine moet je de berekiningen goed invoeren!

 

Even/oneven exponenten

Bij even exponenten van negatieve getallen is de uitkomst altijd een positief getal.

bij oneven exponenten van negatieve getallen is de uitkomst altijd een negatief getal.

Voorbeelden:

(-2)2 = 4 (-2)3 = -8 -24 = -16
(-5)4 = 625 (-5)5 = -3125 -54 = -625
(-4)6 = 4096 (-4)7 = -16384 -46 = -4096
(-7)4 = 2401 (-7)3 = -343 -74 = -2401
(-6)6 = 46656 (-6)5 = -7776 -66 = -46656

 

 

 

Bekijk ook het volgende filmpje: