Bekijk het onderstaande filmpje en lees daarna de tekst goed door.
Orgaandonatie: hoe gaat dat? https://www.youtube.com/watch?v=rSsDI4QljzQ
Orgaandonatie kan dus alleen als iemand in het ziekenhuis overlijdt door bijvoorbeeld een hersenbloeding of een zeer ernstig ongeval waardoor iemand hersenschade oploopt. De arts moet vaststellen of iemand hersendood is. Pas dan mag de donatie procedure worden gestart. De beademingsapparatuur zorgt ervoor dat de donor nog zuurstof binnenkrijgt, dat het bloed blijft stromen en het hart blijft kloppen. Als je de beademing stopt, zal de donor overlijden en kun je de organen niet meer gebruiken voor donatie.
Wanneer een arts denkt dat iemand donor zou kunnen zijn, moet hij eerst in het donorregister kijken of deze persoon hierin geregistreerd staat. De arts zal daarna de keuze bespreken met familie. Als er toestemming wordt gegeven voor donatie, worden er verschillende onderzoeken gedaan bij de donor om te kijken of de organen geschikt zijn voor donatie. Dit kan bijvoorbeeld bloedonderzoek zijn, urineonderzoek of röntgenfoto’s. Ook zal de arts in gesprek gaan met familie om te vragen hoe de leefstijl was van de donor en of er bepaalde ziektes in de familie zitten.
Een transplantatie coördinator komt naar het ziekenhuis waar de donor ligt om ervoor te zorgen dat alles goed gaat, niks vergeten wordt en om de familie van de donor te begeleiden. De transplantatie coördinator meldt de donor ook aan in een speciaal systeem: Eurotransplant. Hierin worden alle gegevens van de donor doorgegeven en het systeem bekijkt vervolgens wie de beste ontvanger is. Belangrijk hierbij is dat de medische kenmerken (bijvoorbeeld bloedgroep, leeftijd, lengte en gewicht) van de donor en de ontvanger zoveel mogelijk gelijk zijn.
Een speciaal artsenteam komt naar het ziekenhuis van de donor om de organen uit te nemen. Dit kan soms wel 6 uur duren.
Ondertussen krijgt iemand die al een tijdje op een orgaan aan het wachten is (de ontvanger) een telefoontje met het bericht dat hij zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moet komen omdat er een donororgaan beschikbaar is. Dit hoeft niet hetzelfde ziekenhuis te zijn als waar de donor ligt. Een speciale taxi (met zwaailicht), een helikopter of een klein vliegtuig kunnen het donororgaan namelijk snel naar een ander ziekenhuis brengen. Hart en longen kunnen bijvoorbeeld maar 4 uur buiten het lichaam. Binnen deze tijd moeten de organen dus zijn uitgenomen bij de donor en getransplanteerd bij de ontvanger.
Na de donatie ziet het lichaam er altijd netjes uit. De familie kan dus gewoon afscheid nemen van een donor en de donor kan ook gewoon begraven of gecremeerd worden.