Een zelfstandig naamwoord geeft een zelfstandigheid aan.
Ze kunnen abstract (je kan het niet aanraken) of concreet ( je kan het aanraken/ zien) zijn.
Voorbeelden van abstracte zelfstandig naamwoorden zijn zaken als gevoelens en tijd.
Een uur duurt 60 minuten.
Het verdriet na het verliezen van de wedstrijd is groot.
Voorbeelden van concrete zelfstandig naamwoorden zijn personen of plaatsen
Joris gaat vandaag sporten.
Goes ligt in Zeeland.
Ook kan je een zelfstandig naamwoord herkennen als je voor een woord een lidwoord (de, het, een) kan zetten.
De fiets
Het uur
Het meisje
Een jongen