Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Voor het schrijven van de persoonvorm in de tegenwoordige tijd hebben we een aantal regels:

  1. Bij ik schrijf je de ik-vorm.
  2. Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t.
  3. Bij wij, jullie en zij (meervoud) schrijf je het hele werkwoord.

 

Bij deze regels zijn ook nog twee uitzonderingen.

  1. Als de ik-vorm eindigt op een t, dan hoef je geen extra t te schrijven.
  2. Als je achter het werkwoord staat, hoef je geen t toe te voegen. Je schrijft in dit geval de ik-vorm.

Voorbeeld schema:

Hele werkwoord snuiten hopen vragen
stam snuit hop vrag
enkelvoud      
ik snuit hoop vraag
jij/u snuit hoopt vraagt
hij/zij/het snuit hoopt vraagt
meervoud      
wij snuiten hopen vragen
jullie snuiten hopen vragen
zij snuiten hopen vragen