Persoonsvorm in de verleden tijd

De persoonsvorm in de verleden tijd schrijf je anders dan in de tegenwoordige tijd. Dit doe je door middel van:

Om te weten of je -te(n) of -de(n) moet gebruiken bij een werkwoord gebruiken we het volgende middel:

't kofschip

Je zet de volgende stappen bij het gebruiken van 't kofschip:

  1. Neem de stam van het werkwoord.
  2. Kijk naar de laatste letter van de stam.
  3. Zit deze letter in 't kofschip? Dan schrijf je ik-vorm + te(n)
  4. Zit deze letter niet in 't kofschip? Dan schrijf je ik-vorm + de(n)

Gebruik de afbeelding hieronder