7.1 Wat is het immuunsysteem?

Immuunsysteem

Het immuunsysteem kun je grofweg zien als het afweersysteem van het lichaam. Dit systeem beschermt jou tegen zowel interne als externe ziekteverwekkers. Ieder mens heeft een immuunsysteem en dat bevindt zich door het hele lijf.

Het immuunsysteem bestaat uit drie barrières
Barrière 1 (Fysieke barrière) huid, slijmvliezen (luchtwegen en darmen) speeksel en maagzuur

Barrière 2 (algemene afweer) aangeboren afweersysteem dat meerdere typen ziekteverwekkers aanvalt. De afweer blijft gelijk na herhaalde infectie. Er is sprake van fagocytose door witte bloedcellen. Verder zijn hierbij betrokken:
- macrofagen: grote leukocyten die zich ontwikkelen tot fagocyterende cellen die micro-organismen effectief opruimen.
- mestcellen:kunnen met groet effiniteit antigeen-specifieke (IgE) antilichamen op hun celmembraam binden.
- granulocyten: een type witte bloedcel dat herkenbaar is door specifieke granulen in het cyoplasma.
- naturalkiller cellen: in de thymus gevormde lymfocyten. Deze vernietigen niet de ziekteverwekker zelf maar doden de cellen die met virussen geïnfecteerd zijn.
dendritische cellen: cellen met een vertakte vorm die het lichaam controleren en de ziekteverwekkers opsporen.

antimicrobiële eiwitten:
- complement eiwitten: plasma eiwit die bij een besmetting omgezet wordt in hun actieve vorm.
- interferonen: eiwitten die door allerlei lichaamscellen worden geproduceerd zodra deze worden geïnfecteerd door virussen. Te beschouwen als alarmstof die al wordt afgegeven voordat de immuniteit op gang is.

Barrière 3 (specifieke afweer) is een verworven afweersysteem richt zich op één specifieke ziekteverwekker zoals bijvoorbeeld kanker. De afweer neemt toe na herhaaldelijke infectie.
Er is sprake van T- en B lymfocyten (cellen)
De T- cellen zorgen voor de cellulaire afweer (T-cellen en T-geheugencellen)
De B- cellen zorgen voor de humorale afweer B- cellen, antistoffen en B-geheugencellen)

Afbeelding: Illustratie virus