8.2 Hartinfarct

Er is sprake van een hartinfarct als de bloedtoevoer naar een deel van het hart stopt. Hierdoor kan het hart minder goed functioneren. Het deel van het hart achter de verstopping krijgt dan geen zuurstof meer en raakt beschadigd. Een hartinfarct lijkt vaak uit het niets te ontstaan, maar in werkelijkheid zijn er in de meeste gevallen al eerder vernauwingen in de kransslagaders rondom het hart te zien. Deze liggen in een soort krans om het hart heen en zorgen ervoor dat het hart genoeg zuurstof krijgt om te kunnen blijven functioneren.

Door een vernauwing van de kransslagaders ontstaat het risico op een hartinfarct. Een vernauwing door slagaderverkalking (atherosclerose) ontstaat vaak door het ophopen van deeltjes in de wand van de slagaders. Dit kunnen bijvoorbeeld ontstekingscellen, cholesterol of vetdeeltjes zijn. Hierdoor ontstaat er een verdikking aan de wanden door het vormen van plaques en vernauwd de doorgang in de slagaders.

De verdikking groeit steeds verder aan en op een gegeven moment kan deze gaan openscheuren. Als reactie hierop maakt het lichaam een bloedprop aan om het scheurtje te dichten. Deze bloedprop kan op die plek dan het bloedvat afsluiten. Deze bloedprop zou ook kunnen losschieten en verderop in het bloedvat weer vastlopen.

De behandeling van een hartinfarct begint vaak al in de ambulance en bestaat vaak uit het geven van medicatie (nitraten) om de kransslagaders te verwijden.
In het ziekenhuis bestaat de behandeling uit een dotter- en stentbehandeling en mogelijk ook een bypassbehandeling of omleiding om de vernauwing.
Bij dotteren wordt de vernauwing van de kransslagaders opgerekt met een soort ballonnetje, waardoor er weer genoeg bloed door kan stromen. Meestral wordt er ook een stent geplaatst.
Een stent is een klein, ontplooibaar buisje met een gaasachtige structuur, dat wordt gemaakt van medisch roestvrij staal of een kobaltlegering. Stents kunnen helpen bij het openhouden van de bloedvaten en het verminderen van de kans op een hernieuwde verstopping of vernauwing na het dotteren.


Daarnaast kan de behandeling bestaan uit een combinbatie van medicatie, aanpassingen van de leefgewoonten ( niet roken, voldoende beweging, gezond eten, weing zouten en verzadigde vetten).

Bekijk onderstaand filmpje voor extra uitleg over het hartinfarct