Beantwoord samen met een klasgenoot de deelvragen 1 tot en met 4.
Maak bijvoorbeeld een of meer schema's om alle gegevens overzichtelijk op een rijtje te zetten.
Beantwoord vervolgens deelvraag 5: 'Hoe kun je eigenlijk beoordelen welke staatsvorm het beste is?' Bepaal nu samen welk standpunt jullie zouden willen innemen tijdens het klassengesprek.
Bedenk welke argumenten je 'tegenstanders' in het klassengesprek zullen aandragen voor andere standpunten dan jullie standpunt. Welke tegenargumenten kunnen jullie daarop in het klassengesprek inbrengen?
Bedenk ook welke tegenargumenten tegen jullie standpunt door jullie 'tegenstanders' in het klassengesprek naar voren gebracht zullen worden. Welk weerwoord hebben jullie daarop?