Goed, je weet nu wat het voltooid deelwoord betekent en wanneer je deze moet gebruiken. nu gaan we kijken naar hoe je het voltooid deelwoord kan herkennen.
⚫️Je gebruikt altijd het hulpwerkwoord (hebben of zijn)
⚫️Daarna voeg je het hoofdwerkwoord (in dit voorbeeld: spelen) toe in het voltooid deelwoord:
Je hebt hier nu dus een hulpwerkwoord (hebben) en een hoofdwerkwoord (spelen)