On continue!

Goed, je weet nu wat het voltooid deelwoord betekent en wanneer je deze moet gebruiken. nu gaan we kijken naar hoe je het voltooid deelwoord kan herkennen.

⚫️Je gebruikt altijd het hulpwerkwoord (hebben of zijn)

⚫️Daarna voeg je het hoofdwerkwoord (in dit voorbeeld: spelen) toe in het voltooid deelwoord:

 

 

Je hebt hier nu dus een hulpwerkwoord (hebben) en een hoofdwerkwoord (spelen)