Controleer bij iedere slachtoffer als eerste het bewustzijn.
Een zittend slachtoffer maar ook een liggend slachtoffer, benader je vanaf de kant van zijn gezicht.
Spreek het slachtoffer aan.
Geeft het slachtoffer antwoord? Zoek dan uit wat er aan de hand is.
Lijkt het slachtoffer bewusteloos, dan kun je een simpele opdracht geven: 'doe je ogen eens open' of 'kun je me horen'.
Schudt zachtjes aan de schouders. Dit doe je omdat het slachtoffer iets aan zijn gehoor zou kunnen hebben.
Ademhaling controleren:
Als je hebt vastgesteld hebt dat het slachtoffer bewusteloos is ga je controleren of het slachtoffer ademt.
Draai het slachtoffer indien nodig van de buik naar de rug.
Leg je hand aan de kant van het hoofd op het voorhoofd van het slachtoffer.
Zet je vingertoppen van wijs- en middelvinger van de andere hand aan de onderkant van de kinpunt. Druk niet op het zachte gedeelte want dan sluit je de luchtweg af. Til de kin iets omhoog. Dit heet de Kinlift.
Kantel het hoofd iets achterover.
Ga nu met je hoofd boven het gezicht van het slachtoffer hangen. Je kijkt daarbij naar de kant van de borst/buik van het slachtoffer en houdt je wang vlak boven de mond.