Uitleg: beenverbindingen

Bekijk de video. Onder de video staat eventueel de tekst die bij de video is ingesproken.

https://youtu.be/ip5prOeUx00

Door de manier waarop beenderen aan elkaar vast zitten ofwel met elkaar verbonden zijn, hebben zij een bepaalde rangschikking die een stevig skelet vormt in plaats van een hoopje losse botten.

Beenderen kunnen op vier manieren met elkaar verbonden zijn, namelijk door een vergroeiing, door een naadverbinding, door een kraakbeenverbinding of door een gewricht.

Deze verbindingen verschillen van elkaar in bewegelijkheid.

Een vergroeiing, waarbij een of meer beenderen samen één bot zijn geworden, is niet bewegelijk. Een voorbeeld van een vergroeiing is het heiligbeen, waarbij vijf wervels samen één bot zijn geworden.

Een naadverbinding vind je bijvoorbeeld tussen de schedelbeenderen. Deze platte botten kunnen niet ten opzichte van elkaar bewegen, een naadverbinding is dus niet bewegelijk.

Eerder heb je geleerd dat kraakbeenweefsel zacht en soepel is. Een kraakbeenverbinding is daarom een beetje bewegelijk. Een voorbeeld van een kraakbeenverbinding vind je tussen de wervels van de wervelkolom.

De meest bewegelijke beenverbinding is een gewricht. Voorbeelden van gewrichten zijn; het schoudergewricht, het ellebooggewricht, het polsgewricht, het heupgewricht, het kniegewricht en het enkelgewricht.