6. Reflectie

Afgelopen jaar heb ik mijzelf verbetert als vakdidacticus. Dit heb ik gedaan door meer te leren over de biologie en hoe ik het voor het op vmbo-niveau aan mijn leerlingen kon overbrengen. Dit was de eerste stage dat ik les heb gegeven op vmbo bb/kb niveau. Hierdoor was het voor mij de eerste lessen wennen. Ik heb de boeken van beide niveaus doorgelezen om te kijken welke woorden erin voorkwamen. Deze woorden kon ik ook gaan gebruiken in mijn les. Elke keer als ik een begrip ging bespreken probeerde ik het op veel verschillende manieren uit te leggen zodat iedereen het kon gaan begrijpen. In de lessen had ik door dat de leerlingen veel beter aan de slag gingen als het een actieve opdracht was. Daarom heb ik in het maken van mijn planning zo veel mogelijke actieve lessen gepland. In mijn lessen differentieerde ik ook zoveel mogelijk zodat de lessen niet eentonig waren. De ene les waren er veel vragen en de andere les keken we een video. Hierdoor bleven de lessen interessant voor de leerlingen.

 

Doordat ik 2 klassen had die parallel aan elkaar liepen kon ik mijn les meteen op de dag al verbeteren. De eerste les gaf ik les hoe ik het eerst had bedacht. Als er in de les een aantal situaties voordeden die ik had kunnen voorkomen paste ik die meteen aan in de volgende les. Hierdoor kon ik meteen zien of het werkte. Een voorbeeld hierbij is dat ik een uitleg had gegeven die niet goed te begrijpen was door de leerlingen. Na het op een andere manier uit te leggen snapte de klas het wel. De andere manier van uitleggen heb ik meteen bij de andere klas toegepast. Die snapten het meteen.

 

Bij het geven van mijn lessen heb ik vaak om advies gevraagd aan mijn stagebegeleider. Als er een situatie was in de klas waardoor de werksfeer werd verstoord probeerde ik het altijd eerst zelf op te lossen. Na de les vroeg ik dan aan mijn stagebegeleider of mijn oplossing goed was. Vaak kreeg ik ook andere oplossingen die ik had kunnen gebruiken. Tijdens het lesgeven vroeg ik feedback aan mijn leerlingen. Door bijvoorbeeld de vraag klassikaal te stellen ‘Heb ik dit nu allemaal goed uitgelegd?’. Ik vind het belangrijk om feedback te krijgen van mijn leerlingen. Want ik doe het voor hen zodat zij klaar zijn om de examens te maken.

 

Na deze stage heb ik veel geleerd over het lesgeven aan vmbo bb/kb. In mijn LIO-stage ga ik lesgeven aan hetzelfde niveau. Alles wat ik de afgelopen stage heb geleerd kan ik gaan toepassen in mijn LIO-stage. Ik heb nog veel te leren maar voor mijn gevoel ben ik op het goede pad onderweg naar een goede didacticus.

 

Reflectie aan de hand van STARRT-model van de door mij gegeven workshop (7.5 Doorlopende leerlijn & samenhang met andere vakken)

Situatie

Beschrijf de situatie. Wat is er gebeurd?

Voor het vak vakdidactiek hebben Eva en ik een workshop ontwikkelt die over de doorlopende leerlijn in het onderwijs gaat. Deze workshop is gemaakt in googlesites waar alle informatie staat voor de klas. Aan de hand van onze workshop heeft de klas een beroepsproduct gemaakt.  

Wie waren de betrokkenen?

Klasgenoten van de opleiding docent biologie, scheikunde en natuurkunde van het derde en vierde jaar, die het atelier vakdidactiek nog moeten afronden. Ook waren er twee docenten aanwezig, Karen de Boer en Mirjam van Lierop- Venneker.

Waar speelde het zich af?

In Leeuwarden op het NHL Stenden. In het practicum lokaal van binask.

Waarover ging het precies?

Doorlopende leerlijn. Vooral over de horizontale leerlijn.

 

Taak

• Wat was de taak?

De klas uitleg geven over de horizontale leerlijn met de opdracht tot het maken van het beroepsproduct. Hierbij ondersteuning bieden bij het maken van het beroepsproduct.

Wat was je rol? Wat was je functie?

In de workshop waren Eva en ik de docenten. Wij hebben de informatie gegeven over de themakaart die de klas nodig hadden voor het beroepsproduct.

• Wat moest je doen?

Informatie geven over deze onderwerpen en de studenten ondersteunen bij het ontwikkelen van een beroepsproduct.

• Wat werd er van je verwacht?

Een workshop die correcte informatie bevatte die toegepast kon worden in het vakgebied. In de workshop moest ook ruimte aanwezig zijn voor het beroepsproduct.

• Wat was je doel? Wat waren je doelen?

De klas informatie geven over de horizontale leerlijn waarmee de klas een beroepsproduct konden ontwikkelen.

• Wat was je voornemen? Had je een plan?

Voordat we de workshop hadden gegeven hebben we samen met Mirjam de eisen besproken. Er waren een aantal punten die terug moesten komen in de les. Dit hebben we ook gedaan.

 

Actie

Wat heb je werkelijk gedaan?

De workshop over de horizontale leerlijn gegeven. Daarbij hebben we de klas in orde gehouden en hulp geboden waar nodig was.

• Hoe heb je het aangepakt?

Twee weken voordat we de workshop gingen geven hebben Eva en ik alvast het begin van de workshop gemaakt. We hebben alle informatie over de horizontale leerlijn opgezocht en een opdracht erbij bedacht. Na een week hebben we samen met Mirjam afgesproken zodat ze kon kijken hoever wij waren. Doordat onze workshop al bijna af was kon ze gericht feedback geven. Wij hebben aan de hand van de feedback onze les verbetert. Een dag voor onze workshop hebben we aan de klas gevraagd of ze alvast konden nadenken wat een doorlopende leerlijn zou kunnen zijn. Hierdoor konden we in de les meteen vragen wie al wist wat een doorlopende leerlijn was. Aan het begin van de workshop heb ik een verhaal verteld over mijn ervaring. Na het verhaal heb ik de klas gevraagd of iemand ook zoiets had meegemaakt. Aan het einde van de workshop hebben we een exit ticket toegevoegd waar de klas ons feedback kon geven over onze workshop. Na de workshop heeft Mirjam ons feedback gegeven.

• Welke afwegingen hebben daarin op dat moment een rol gespeeld?

Wij hebben de workshop gecreëerd aan de hand van de eerste feedback van Mirjam. Hierdoor hadden wij een goede workshop neergezet.

Wat dacht je? Wat voelde je? Wat zag je voor je?

Ik vond het geven van de workshop heel erg leuk om te doen. De klas deed ook actief mee. Helaas niet alle klasgenoten maar dat maakte niet uit. Doordat ik lesgaf aan mijn eigen klas was ik ook wat losser. Ik maakte meer grapjes en we moesten vaak lachen. Samen met Eva heb ik vaker lesgegeven dus we waren goed op elkaar afgestemd. Tijdens het maken van het beroepsproduct was niet iedereen actief bezig. Daarom liep ik bij iedereen langs om te inventariseren hoe ver iedereen was. Hierdoor heeft iedereen wel wat gedaan aan het beroepsproduct.

Wat was precies jouw aandeel of inbreng?

Mijn kennis over het onderwerp. Ik heb ook aan iedereen de nodige ondersteuning gegeven.

 

Resultaat

Wat was het gevolg van jouw actie bij jezelf en wat was het gevolg bij andere betrokkenen?

Doordat ik mij goed had voorbereid is de les goed gelopen. Dit gaf ook rust aan de klas. Hierbij heb ik ook geholpen bij de verdere ontwikkeling tot leraar bij mijzelf en mijn klasgenoten.

Wat was het gevolg op de sfeer?

De werksfeer was goed en iedereen was op zijn gemak in de klas.  

Wat was de invloed op het proces? Konden jullie nog goed verder werken?

Doordat er een goede werksfeer was hebben alle studenten hun beroepsproduct kunnen maken. Hierdoor hoeven ze thuis minder te doen

Wat was de invloed van jouw aandeel (van je actie) op het resultaat dat je wilde bereiken.

Door mijn aandeel hebben de studenten genoeg informatie gekregen om het beroepsproduct te kunnen maken. Daarbij konden ze onze site gebruiken als ondersteuning.

 

Reflectie

Was het resultaat van je actie dat wat je er mee wilde bereiken?

Ja, de studenten hebben meer informatie gekregen over het onderwerp horizontale leerlijn en kunnen aan de hand hiervan het beroepsproduct afmaken. De workshop die wij hebben gegeven was goed voorbereid dit hielp ook bij het proces van het maken van het beroepsproduct.

Heb je er iets van geleerd?

Ja, Hoe je op hbo-niveau een goed lopende workshop kunt geven.

 

Transfer

Zou deze situatie zich nogmaals kunnen voordoen?

Ja, ik wil meer gaan differentiëren in mijn lessen dus ik wil ook een eker een workshop geven. Hierdoor leren de leerlingen een onderwerp op een andere manier.

Zou je dan iets anders willen doen dan je deze keer hebt gedaan? (Wat dan, hoe, waarom?) Of blijf je juist hetzelfde doen? (Wat dan, hoe, waarom?)

Leerlingen die aan het begin al geen interesse tonen wil ik in de hele les geen aandacht aan besteden. Mijn aandacht wil ik gaan verdelen over de studenten die wel interesse tonen in de les.

Zijn er situaties denkbaar waarin je wat je gedaan hebt weer zou kunnen toepassen of

Juist niet weer zou willen doen?

Aan het begin van de workshop heb ik een verhaal verteld die aansloot op het onderwerp. Dit wil ik ook vaker gaan doen in mijn lessen om zo de aandacht van de leerlingen te krijgen.

Wat neem je jezelf voor, voor de volgende keer?

Duidelijke doelen geven aan het begin van de les en deze aan het einde samen met de leerlingen kijken of ze behaald zijn.