Sterke zuren en basen worden bij het oplossen in water, volledig omgezet in respectievelijk H3O+ en OH-
De [H3O+], [OH-] en pH zijn dus direct uit te rekenen met de beginconcentratie van het sterke zuur of de sterke base.
Voor sterke zuren:
pH = -log[H3O+] (of pH=-log[H+])
[H+] = [H3O+] = 10-pH
Voor sterke basen:
Bij basische oplossingen (pH>7) reken je aan OH- .
pOH = -log[OH-]
[OH-] = 10-pOH
pH + pOH = pKw (zie binas 50A). Bij T=298 K geldt: pKw= 14,00, dus pH = 14- pOH
Let op! Bij pH waarden zijn alleen de decimalen significante cijfers.
Bovenstaande formules (symbolen) zijn in binas 38A te vinden.