Bij de huidige ideeën over evolutie speelt selectie een belangrijke rol. Selectie wil in dit geval zeggen dat er geselecteerd wordt op een bepaalde eigenschap van organismes. Dit kan gebeuren in verschillende intensiteiten:
Ook zijn er verschillende soorten selectie, waar we nu 1 voor 1 op in zullen gaan.
1. Natuurlijke selectie
Deze vorm van selectie is al een beetje voorbijgekomen in het filmpje over Darwin, maar om de boel nog even kort samen te vatten: de individuen die het best zijn aangepast aan hun omgeving, hebben de grootste overlevingskans en krijgen daardoor de meeste nakomelingen.
Bron afbeelding: https://nl.wikipedia.org/wiki/Natuurlijke_selectie
Betekenis mutatie: veranderingen in het erfelijk materiaal, meestal DNA of RNA.
Opdracht 4: survival of the fittest a) Veel dieren werken met een schutkleur, zodat ze minder opvallen. Beschrijf kort of het hebben van een schutkleur handig is voor prooien, voor predatoren of voor beide (prooi = degene die gegeten wordt en predator = degene die de ander opeet). b) Beschrijf hoe pinguïns een gestroomlijnde vorm hebben gekregen volgens natuurlijke selectie. c) Doe nu hetzelfde, maar dan voor een zelfgekozen dier (nee, je mag helaas niet pinguïns of de eigenschap ‘een gestroomlijnd lichaam’ gebruiken). d) Bedenk een voorbeeld voor natuurlijke selectie bij planten. Opdracht 5 (mini-practicum): snoepfestijn Je gaat nu thuis een practicum uitvoeren om te kijken naar natuurlijke selectie (je maak hier een keynote van, dus vergeet niet om foto’s te maken). Stap 1) zoek een zak kleine snoepjes, kralen, etc. (zorg ervoor dat je het makkelijk kan oppakken en dat er verschillende kleuren zijn; gummibeertjes, skittles en M&M’s zijn erg handig). Stap 2) kies een achtergrond met 1 kleur zonder teveel patroontjes, etc. Bijvoorbeeld een blauwe placemat of een iPAD-hoesje. Het is erg handig als een van de kleuren uit je zak snoep, etc. heel erg lijkt op je achtergrond, dus je zou ook een gekleurd A4’tje kunnen gebruiken. Hoe meer ze op elkaar lijken, hoe beter. Stap 3) keer een deel van je snoepzak om op je gekozen achtergrond (of alles afhankelijk van de grootte van de snoepzak en de achtergrond). Stap 4) sluit je ogen en zorg ervoor dat je niet meer weet welke snoepjes waar liggen (hussel ze bijvoorbeeld een beetje door elkaar, laat iemand je achtergrond verschuiven, draai een paar rondjes, etc.). Stap 5) open je ogen en pak het eerste snoepje dat je ziet. Stap 6) herhaal stap 4 en 5 nog minstens 10 keer (of totdat je de helft van je snoepjes hebt als je minder hebt dan 20 snoepjes). Maak nu je keynote: - 1 of meer slides met foto’s van je experiment - 1 slide met je verwachtingen: welke kleur denk je dat je het minst vaak gaat pakken? - 1 slide met je resultaten: hoeveel snoepjes van elke kleur heb je gepakt? - 1 slide met je conclusie en discussie: welke kleur wat het best aangepast aan de omgeving volgens jouw experiment? Komt dit overeen met jouw verwachting? Verklaar je resultaten.
2. Seksuele selectie
Natuurlijke selectie is niet de enige vorm van selectie. Een andere vorm is seksuele selectie.
Zoals de naam al zegt, heeft dit te maken met seks. Door bepaalde eigenschappen kunnen sommige individuen hun voortplantingskans vergroten en zo meer nakomelingen krijgen dan andere individuen. Zo zorgen zij er net als bij natuurlijke selectie voor dat zij meer van hun genen doorgeven aan de volgende generatie.
Opdracht 6: trots als een pauw a) Waarom is het onlogisch dat er mannetjespauwen bestaan met een hele grote staart als er alleen natuurlijke selectie zou bestaan? b) Beschrijf waarom deze staarten toch bestaan. c) Zoek zelf een ander voorbeeld van seksuele selectie op internet. d) Kies het juiste antwoord: hoe verschilt natuurlijke van seksuele selectie? A. Er is geen verschil, beide kijken naar overlevingskans. B. Er is geen verschil, beide kijken naar voortplantingskans. C. Bij natuurlijke selectie draait het om overlevingskans en bij seksuele selectie om voortplantingskans. D. Bij seksuele selectie draait het om overlevingskans en bij natuurlijke selectie om voortplantingskans. E. Het goede antwoord staat er niet bij.
3. Kunstmatige selectie (alleen HAVO en VWO (en enthousiaste MAVO'ers))
Dit is een erg bijzondere vorm van selectie. Deze kwam namelijk niet voor in de natuur voordat er mensen bestonden. De mens selecteert namelijk bepaalde individuen met eigenschappen die wij belangrijk vinden en laten deze voortplanten. Op die manier ontstaan er meer nakomelingen met die gunstige eigenschappen.
Voorbeelden hiervan zijn:
Opdracht 7: a) Beschrijf hoe kunstmatige selectie verschilt van zowel natuurlijke als seksuele selectie. b) Noem 2 dingen die jij wel eens hebt gegeten die het gevolg zijn geweest van kunstmatige selectie. Noem ook de wilde plant/het wilde dier waar ze van afstammen. c) In theorie zouden we kunstmatige selectie ook op mensen kunnen toepassen. Noem 1 reden voor het toepassen van kunstmatige selectie op mensen en 1 reden tegen.