11.4 Behandeling

De behandeling van de ziekte van Parkinson richt zich op de kwaliteit van leven. Medicatie verhoogt de dopaminespiegel in de hersenen waardoor symptomen verminderen.

Voorbeelden van medicatie zijn:

Bij de medicatie inname is het van belang met name bij medicatie met de stof Levadopa op tijd wordt ingenomen. Ten minste een uur voor de maaltijd met een glas water. Zodat de werking optimaal is en het medicijn wordt op de juiste snelheid in het lichaam opgenomen. Bovendien wordt hierdoor ook de patient met de ziekte van Parkinson juist ingesteld. Want het juist instellen van medicatie is nauwkeurig bij een patient met de ziekte van Parkinson. De reden hiervan is om de bijwerkingen van de medicatie tegen te gaan.  Bij eiwitrijk voedsel is de werking van Levadopa ook minder goed, doordat ze via hetzelfde transportsysteem in het lichaam worden opgenomen.

Bron afbeelding: MIMS Malayasia

Mochten de medicatie niet een afdoende effect hebben dan kan de neuroloog overgaan tot een pomptherapie. Een pomptherapie houdt in dat er een pomp aan het lichaam van de patiënt wordt gehangen die een directe verbinding heeft met de darm, vaak via een PEG-J sonde. De medicatie wordt via de pomp toegediend en wordt in de darm opgenomen en daarna in de hersenen omgezet in dopamine.

Bron afbeelding: www.nwz.nl

Bij gevorderde patiënten met de ziekte van Parkinson kan de neuroloog besluiten voor de volgende behandeling. Namelijk diepe hersenstimulatie (Deep Brain Stimulation). Er worden operatief een of twee elektroden, via een kleine opening in de schedel, diep in de hersenen geplaatst. De elektroden zijn via een onderhuidse geleidingskabel verbonden met een neurostimulator, die vlak onder het sleutelbeen of in de buikwand is geïmplanteerd. Als de neurostimulator wordt aangezet, produceert deze elektrische pulsen die naar de hersenen worden gestuurd. Dit leidt tot blokkering van de signalen die de motorische symptomen van Parkinson veroorzaken.

Bron afbeelding: www.deepbrainstimulation.mumc.nl