Het ruggenmerg bestaat uit opstijgende en dalende zenuwbundels. Via opstijgende banen bereikt de sensorische informatie van de zintuigen, de hersenen. Dit worden ook wel afferente banen genoemd. Via de dalende banen sturen de hersenen het lichaam aan. Dit worden de efferente banen genoemd. Op verschillende plaatsen verlaten deze banen de wervelkolom. De zenuwen die naar de armen gaan verlaten het ruggenmerg vlak onder de nek en de zenuwen die de benen aansturen verlaten het ruggenmerg ter hoogte van de onderrug. Als het ruggenmerg onderbroken is, bijvoorbeeld door een ongeluk, kunnen de hersenen dus geen informatie meer ontvangen van de zintuigen en de spieren niet meer aansturen. Het gevolg daarvan is een verlamming. Hoe hoger de locatie van de schade, hoe groter de verlamming.
Het ruggenmerg is overigens niet alleen een verbinding tussen het perifere zenuwstelsel en het centraal zenuwstelsel. Het kan ook zelf bewegingen aansturen. Denk daarbij aan het voorbeeld van de kip zonder kop. Ook nadat de kop (en dus de hersenen) van het ruggenmerg gescheiden zijn, kan de kip blijven bewegen. Dit komt doordat bepaalde reflexen en eenvoudige bewegingspatronen zonder tussenkomst van de hersenen kunnen verlopen.