5.1 Fysiologie van de Gliacellen

Gliacellen van het centraal zenuwstelsel

Astrocyten: Hebben vele functies, ze verwijderen en/of produceren sommige neurotransmitters, regelen de ionenconcentratie en spelen een rol bij de ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel door vorming van geleidende uitlopers waarlangs neuronen kunnen groeien.

Oligodenrocyten: De voornaamste functie is het myeliniseren van zenuwceluitlopers (axonen) in het centraal zenuwstelsel. Een enkel Oligodendrocyten kan ongeveer 50 axonen omwikkelen, in stukken van ongeveer µm, zo de myelineschede vormend. Een Schann- cell kan slecht een axon omwikkelen.

Ependymocyten: Vormen een membraan rondom het systeem van ventricles. In de ventricles bevindt zich hersenvocht dat wordt aangemaakt door de ependymocyten. Daarnaast zorgt het ervoor dat het hersenvocht in beweging blijft en gecirculeerd wordt door het zenuwstelsel.