Uitleg

1. Pretérito perfecto

Wanneer gebruik je de perfecto?

De pretérito perfecto in het Spaans is te vergelijken met de voltooid tegenwoordige tijd in het Nederlands. In het Nederlands maken we deze vorm met ‘hebben’ en in sommige gevallen ‘zijn’. ‘Ik heb geschaatst’ of ‘ik ben naar de verjaardag gegaan’. Ook in het Spaans voegen we het werkwoord ‘haber’ (hebben) toe.

Je gebruikt de perfecto:

 

* Als een gebeurtenis vandaag is gebeurd.

* Als een gebeurtenis geen concrete tijdsaanduiding heeft (nooit, vaak).

* Als de gebeurtenis een direct verband heeft met het heden (bijvoorbeeld: deze week of deze maand).

 

Hoe maak je de perfecto?

De perfecto maak je met behulp van het werkwoord ‘haber’ (hebben). Deze wordt vervoegd in de presente: he, has, ha, hemos, habéis, han, en komt voor het voltooid deelwoord van het werkwoord te staan. Hoe het voltooid deelwoord wordt gevormd, is afhankelijk van het uiteinde van het werkwoord. Werkwoorden op -AR wordt stam +ADO en werkwoorden op -ER en -IR wordt stam + IDO.

Uitleg met beeld en geluid:

 

Bestudeer het onderstaande filmpje goed voor je gaat beginnen met de opdrachten!!

https://youtu.be/qRDx6qZDL-0