In tabel 51 staan de evenwichtsconstanten van veel evenwichten bij verschillende temperaturen. Als de concentratiebreuk gelijk is aan de evenwichtsconstante, is het evenwicht ingesteld.
Een rekenvoorbeeld
In een vat van 30 L doet Sjakie 10 L zuurstof en 20 L stikstofmonoxide (T=298 K en p=po). Na 10 minuten is er 1,0 L stikstofdioxide ontstaan. Leg met een berekening uit of het evenwicht dan al is ingesteld.
Er is op t = 0: 10/24,5 = 0,408 mol O2 en 20/24,5 = 0,816 mol NO. Op het eind (na 10 minuten hier) is er 1,0/24,5 = 0,041 mol NO2.
Het gaat om de volgende evenwichtsreactie:
O2(g) + 2 NO(g) 2 NO2(g)
Met de volgende evenwichtsvoorwaarde:
K =
Aan de hand van de startgegevens en met gebruik van de evenwichtsvergelijking kun je de bre-tabel invullen.
(hoeveelheid mol) | O2 | NO | NO2 |
---|---|---|---|
begin | 0,408 | 0,816 | 0 |
reactie | -0,0205 | -0,041 | +0,041 |
eind | 0,3875 | 0,775 | 0,041 |
De hoeveelheden op het eind vul je in de concentratiebreuk in.
Q = = 0,072
Dit is niet gelijk aan de evenwichtsconstante K bij T=298 K van 1,6•1012 (binas tabel 51), dus heeft het evenwicht zich nog niet ingesteld.