Het installatieprogramma zal aangeven/vragen hoe Windows geinstalleer dient te worden. Bij voorkeur dien je een schone installatie uit te voeren, en dus kies je voor de optie aangepast: alleen Windows installeren.
Daarna komt u in het gedeelte waar er partities gemaakt kunnen worden.
Een schijf partitioneren is het verdelen van die schijf in twee of meer logische eenheden, zodat een fysieke harde schijf gebruikt kan worden, alsof hij uit meerdere schijven bestaat. Zo'n logische eenheid wordt partitie genoemd. Je kan het dus vergelijken met een taart: de taart is de harde schijf en de partities zijn de stukken taart voor de visite. Je kan dus partities ook zo groot maken als dat je wil, maar niet groter dan de harde schijf.
Zoals je op de foto kan zien bestaat deze harde schijf uit meerdere partities. Dit heeft een aantal voordelen. Voordelen kunnen zijn dat bepaalde gebruikers geen rechten op bepaalde partities. Een ander veel gebruikt voordeel is het opnieuw installeren van Windows, zonder dat je jouw data hoeft te back-uppen.
Windows zal standaard op de eerst beschikbare primaire partitie geïnstalleerd willen worden.
Het maken van partities kan op verschillende momenten en uiteraard ook met verschillende programma's. Het meest voor de hand liggende is
voordat je Windows gaat installeren al na te denken over eventuele partities, dan kun je dit namelijk al tijdens het installeren doen. Dit is echter niet noodzakelijk en het kan naderhand ook prima met het hulpprogramma 'disk management' of 'schijfbeheer'