Hormonen tijdens de zwangerschap:
- Zorgt dat de eierstokken geen eicellen meer laten rijpen.
- Belangrijk voor de groei van de baby, door vet om te zetten in energie
- De eerste tien weken verdubbelen de HCG-waarden. Vanaf ongeveer week 10 tot 12 dalen de HCG-waarden weer.
- HCG leidt meestal tot vermoeidheid en braken.
- Belangrijke rol bij het samentrekken van de baarmoeder.
- Stimulerend voor de melkklieren in de borsten na de bevalling.
- Dit hormoon stijgt het meest in het eerste trimester, daarna neemt het langzaam weer af.
- Oestrogeen zorgt ervoor dat je gevoeliger wordt voor andere zwangerschapshormonen.
- Belangrijk voor de ontwikkeling van de baby.
- Wordt aangemaakt door het 'corpus luteum'gedurende de eerste weken van de zwangerschap. Daarna door de placenta.
- Wordt uitgescheiden door de eierstokken en door de placenta.
- Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen.
- Maakt de bekkenbanden losser (bekkeninstabiliteit).
- Is het hormoon dat onder normale omstandigheden bij vrouwen aan het einde en na de zwangerschap ervoor zorgt dat de borstvoeding optreedt