Les 1: Rekenregels

Bij het oplossen van een rekensom gelden regels in de volgorde waarop je handelingen uitvoert. Deze volgorde is:

1. Haakjes wegwerken
2. Machtsverheffen (machten en wortels oplossen v.l.n.r.)
3. Vermenigvuldigen en delen (v.l.n.r.)
4. Optellen en aftrekken (v.l.n.r.)

 

Letters in rekensommen vervangen getallen. Dit is handig als een getal bijvoorbeeld elke keer een andere waarde heeft. Als letters hetzelfde zijn, mag je ze optellen. Een keer-teken (×) laat je bij letters weg.

 

Bijvoorbeeld:

 

Bij vermenigvuldigen met letters reken je eerst met de cijfers, en daarna met de letters. het maalteken (×) laat je weg. Letters schrijf je op alfabetische volgorde.

Bijvoorbeeld:

 

Als je gaat rekenen met haakjes hoed je het ×-teken niet te schrijven.

is dus hetzelfde als .

 

Haakjes werk je weg door het getal voor de haakjes te vermenigvuldigen met het getal buiten de haakjes.

Bijvoorbeeld: