Doel van deze les:
Aan het einde van deze les weten de leerlingen wat de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) is en leer je waarom de Europese Unie is ontstaan.
Deze leerdoelen zijn gekoppeld aan de kerndoelen:
Geschiedenis K/10 (Historisch overzicht)
Lesbeschrijving:
Oriëntatiefase: (5 minuten)
Bespeek met de leerlingen de gemaakte mindmaps en de leerdoelen die zijzelf gesteld hebben.
Vertel het leerdoel van deze les en leg uit dat het een zelfstandig werken les is.
Uitvoeringsfase: (20 minuten)
Zorg voor voldoende chromebooks.
De leerlingen bekijken dit filmpje (https://www.youtube.com/watch?v=pgRcHyBkVis)
De leerlingen lezen deze tekst:
Door de verschrikkelijke dingen die gebeurd zijn in de Tweede Wereldoorlog, wilden veel mensen hun best doen om ervoor te zorgen dat zoiets niet weer gebeurt. Twee Fransmannen, Schuman en Monnet, kwamen met een goed idee. Hun idee was dat als je ervoor zorgt dat landen handel met elkaar drijven, ze niet zo snel meer ruzie met elkaar krijgen.
Schuman en Monnet bedachten dat je om wapens te maken, je kolen (energie) en staal nodig hebt. Als je nu de twee oude vijanden, namelijk Duitsland en Frankrijk, afspraken laat maken over de verwerking van hun kolen en staal, dan moeten ze wel samenwerken. Zo zou er nooit meer oorlog tussen hen komen.
Daarom werd in 1951 de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht. Naast Frankrijk en Duitsland wilden Nederland, België, Italië en Luxemburg ook meedoen. De EGKS zou zich bezighouden met vreedzame activiteiten en Europa helpen opbouwen uit de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog. De EGKS is het begin van de Europese samenwerking. Steeds meer landen wilden meedoen.
Op 25 maart 1957 werd het verdrag van Rome getekend door die zes landen. Daarin staan twee belangrijke dingen:
- Euratom wordt opgericht. Deze organisatie moet ervoor zorgen dat er goed met atoomenergie wordt omgegaan.
- De EEG (Europese Economische Gemeenschap) wordt opgericht. De zes landen spreken af dat handelen voeren binnen deze zes landen goedkoper wordt.
In 1967 worden de drie organisaties: EGKS, Euratom, EEG samengevoegd tot één organisatie: Europese Gemeenschappen.
De organisaties werkten goed samen. Andere landen wilden graag meedoen. In 1973 kwaden Denemarken, Ierland en Engeland erbij. Daarna volgden Griekenland, Spanje, Portugal, Finland, Oostenrijk en Zweden.
Uit de Europese Gemeenschappen komt de Europese Unie (EU) voort. Dit is een uniek economisch en politiek partnerschap van 27 landen in Europa die samen een groot deel van dit continent beslaan. In eerste instantie ging het vooral om economische samenwerking: de gedachte was dat landen die handel drijven met elkaar, van elkaar afhankelijk worden en dus niet zo snel met elkaar in conflict raken.
Op 1 januari 2002 heeft de EU heeft zich ontwikkeld tot een grote eengemaakte markt met de euro als gemeenschappelijke munt. Het begon als een economische project maar is uitgegroeid tot een organisatie die zich bezighoudt met alle beleidsterreinen, zoals landbouw, energie, voedselproductie en milieu.
De EU zorgt al meer dan vijftig jaar voor vrede (en heeft zelfs de Nobelprijs voor Vrede ontvangen), stabiliteit en voorspoed. Zij heeft ook meer welvaart gebracht en een gemeenschappelijke Europese munt ingevoerd. Dankzij de afschaffing van de grenscontroles tussen de EU-landen kunnen mensen vrij reizen door bijna heel Europa. En het is nu ook veel makkelijker om elders in Europa te gaan wonen en werken.
De EU is gebaseerd op de rechtsstaat. Besluiten komen democratisch tot stand en de burgers uit alle lidstaten beslissen mee. De EU heeft bindende afspraken gemaakt over waar de EU voor staat. Een van de belangrijkste daarvan is de eerbiediging van de mensenrechten, zowel binnen de EU als daarbuiten. Menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten zijn pijlers onder de EU. In het Verdrag van Lissabon in 2009 zijn deze principes in één document verankerd: het Handvest van de grondrechten. De instellingen van de EU zijn wettelijk verplicht om zich aan deze grondrechten te houden. Dat geldt ook voor de EU-regeringen bij de toepassing van de EU-wetgeving.
Bron: Reizen in de Tijd - Europa
Afrondingsfase: (15 minuten)
Naar aanleiding van de opgedane kennis sluiten de leerlingen de les af met een korte kennistest.
Bespreek de les met de leerlingen na en laat de leerlingen hun mindmap bijwerken.
Totale lesduur: +/- 45 minuten
Zijn leerlingen eerder klaar? Werken aan de uitloopopdracht