Neuronen (zenuwcellen) zijn cellen van het zenuwstelsel die nodig zijn om impulsen door te geven. Wanneer iemand televisie kijkt, dan gaan de neuronen aan het werk om geluidsgolven en lichtstralen om te zetten in signalen, ook wel impulsen genoemd. Vervolgens worden deze impulsen naar de hersenen gestuurd. Uiteindelijk kan de televisiekijker er een begrijpelijk verhaal van maken.
Maar hoe werkt dat dan precies? Hoe is zo'n neuron opgebouwd en hoe geven de neuronen de signalen door aan de hersenen? In onderstaande video wordt dit heel duidelijk uitgelegd tot 2:37 en vanaf 6:43.
Bron: zenuwstelsel - neuronen - YouTube
Er zijn drie verschillende typen neuronen:
1. sensorische neuronen
Deze bevinden zich bij de zintuigen: in de huid, bij de oren, ogen, enz. Wanneer er bijvoorbeeld op de huid gedrukt wordt, dan geven de sensorische neuronen impulsen door aan de hersenen waar het geïnterpreteerd wordt als "er drukt iemand op de huid". De neuronen kenmerken zich door lange dendrieten, maar ook lange axonen. Ze kunnen over lange afstand informatie doorgeven. Sensorische neuronen bevatten ook myelinescheden, waardoor de informatie sneller kan worden doorgegeven (120 meter per seconde).
2. Interneuronen ofwel schakelcellen
Deze neuronen ontvangen signalen van de sensorische neuronen. Ze bevatten heel veel dendrieten en axonen. Ze bevinden zich in de hersenen, waar ontzettend veel verbindingen zitten. De interneuronen moeten dus heel snel kunnen schakelen (signalen doorgeven) tussen de verbindingen. Interneuronen bevatten geen myelinescheden en ze komen alleen voor in het centraal zenuwstelsel: de hersenen en het ruggemerg.
3. Motorische neuronen
Ontvangen informatie van de interneuronen, dus vanuit de hersenen. Ze bevatten ontzettend veel lange axonen (bijvoorbeeld vanuit de hersenen tot aan de voeten), hebben heel veel myelinescheden en zijn erg belangrijk voor beweging. Motorische neuronen geven signalen door aan de spieren waardoor het lichaam beweegt.
Bron: Grégoire, van Straaten-Huygen, & Trompert, 2007
Klik op de plus om meer informatie te krijgen over een deel van de zenuwcel.