Meestal ademen we in via onze neus. In de neus zit slijmvlies en trilhaarepitheel. Dit slijmvlies en trilhaarepitheel zorgt voor vier dingen. De lucht wordt gezuiverd, verwarmd, bevochtigd en gekeurd.
Het zorgt ervoor dat het lucht gezuiverd wordt. De neusharen die bij de neusingang zitten zorgen ervoor dat de grote deeltjes zoals stof niet worden doorgelaten. Wanneer je in een erg stoffige omgeving zit wordt je trilhaarepitheel extra geprikkeld om meer slijm aan te maken. Wanneer het slijm vol zit met stofjes die niet doorgelaten moeten worden zorgen de trilharen ervoor dat dit richting de keelholte wordt geduwd. Vervolgens wordt het meeste slijm in de keelholte ingeslikt, dan zorgt het maagzuur ervoor dat de ziektekiemen worden uitgeschakeld. Het overige slijm snuit of nies je via je neus er weer uit.
Daarnaast wordt de lucht verwarmd in je neus. Dit zorgt ervoor dat de lucht met ongeveer een temperatuur van 33 graden je lichaam binnen komt. Hierdoor koelt het longweefsel ook niet te veel af, en ook de rest van het lichaam.
Ook vindt er ook bevochtiging plaats. Dit zorgt ervoor dat het longweefsel niet uitdroogt. Dit is belangrijk zodat er een optimale gaswisseling mogelijk is. Dit is namelijk alleen mogelijk als het vochtig is. Het slijmvlies is erg vochtig, dit geeft daardoor ook vocht af aan de lucht. Het zorgt er ook voor dat de opname van zuurstof in de longblaasjes wat sneller verloopt.
Als laatste wordt er in de neusholte de lucht gekeurd. Dit zorgt ervoor dat wij lekkere geurtjes kunnen ruiken van eten of parfum, maar ook dat wij rook kunnen ruiken. De functie hiervan is dus het beschermen, bijvoorbeeld als er brand is of voedsel dat bedorven is en natuurlijk genieten van andere lekkere geurtjes.