Nierkanaaltje met bijbehorende bloedvaatjes
1: Aanvoerend slagadertje (Vas afferens)
2: Afvoerend slagadertje (Vas efferens)
3: Filter (Glomerulus)
4: Kapsel van Bowman
5: Afdalend nierkanaaltje (Proximale tubulus)
6: Lus van Henle
7: Afvoerend adertje
8: Opstijgend nierkanaaltje (Distale tubulus)
9: Verzamelkanaaltje
10: Naar het nierbekken
In elke nierkanaaltje vinden de volgende processen plaats:
Filter (Glomerulus) en nierbuisje (Tubulus)
De filter is opgebouwd uit een kluwen van haarvaten. Om deze kluwen van haarvaten bevindt zich het kapsel van Bowman. De kluwen haarvaten en het kapsel van Bowman worden gezamenlijk het lichaampje van Malphigi genoemd.
Bij het kapsel van Bowman bevindt zich een kleine slagader die bloed aanvoert (vas afferens). Dit bloedvat vertakt zich in een kluwen van haarvaten, de filter (glomerulus). Hierna komt de kluwen van haarvaten weer samen tot een groter bloedvat, het afvoerende bloedvat (vas efferens). Het is dan nog steeds een bloedvat met zuurstofrijk bloed.
Wanneer het bloedvat het kapsel van Bowman heeft verlaten, vertakt het zich weer in haarvaten. De haarvaten bevinden zich om het nierbuisjes (tubulus) systeem heen (zie afbeelding hieronder). Hier wordt zuurstof afgegeven. Uiteindelijk ontstaat er vanuit de haarvaten een groter bloedvat, de nierader.
Het nierbuisjes (tubulus) systeem ontspringt vanuit het kapsel van Bowman. Hier ontstaat het zogenaamde voorste kronkelbuisje. Het voorste kronkelbuisje wordt het afdalend nierkanaaltje (proximale tubulus) genoemd. Van daaruit ontspringt de lus van Henle met een afdalend en een opstijgend deel. Van daaruit ontspringt het achterste kronkelbuisje, het opstijgend nierkanaaltje (distale tubulus). Het opstijgend nierkanaaltje (distale tubulus) mondt uit in een verzamelbuisje.