Ligging nieren (renes)
Ieder mens heeft twee nieren (renes). Een volwassen nier is ongeveer tien tot twaalf centimeter lang, zes cm breed en vier cm diep. Je nieren liggen achter in je rug, net onder je onderste rib. Ze zien eruit als een bruine boon. De bolle kant wijst naar buiten en de holle kant naar binnen. Ter bescherming ligt er een dubbellaags kapsel rond de nier, met ertussen wat vet (als stootkussen).
Nierkanaaltje (Nefron)
Het nierweefsel is opgebouwd uit nierkanaaltjes (nefrone). Elke nier bevat ongeveer 1 miljoen nierkanaaltjes. Dit noemen we ook wel filtereenheden. Elke filtereenheid bestaat uit twee delen, namelijk de filter van de nier (glomerulus) en een nierbuisje (tubulus).
De nierschors (cortex) bevat zowel filter als nierbuisje. Terwijl het niermerg (medulla) alleen nierbuisjes bevat.
Ligging blaas (Vesica urinaria)
De blaas is het reservoir of de opslagplaats voor urine en bevindt zich in de bekkenholte. De grootte en precieze ligging van de blaas hangen af van de hoeveelheid urine die erin zit. Als de blaas veel urine bevat, zet hij uit en komt gedeeltelijk in de buikholte te liggen.
De blaas heeft min of meer de vorm van een peer. Drie openingen in de blaaswand bakenen een driehoekig gebied af, het trigonum vesicae. De bovenste twee openingen aan de achterkant van de blaas zijn de uitmondingen van de urineleiders, waardoor urine van de nieren naar de blaas stroomt. Bij de onderste opening begint de urinebuis, die urine vanuit de blaas uit het lichaam afvoert.