2.2 Fysiologie blaas (Vesica urinaria)

Je blaas heeft een heel duidelijke functie. Urine die in je nieren wordt geproduceerd, komt via de urineleiders naar de blaas en wordt daar tijdelijk opgeslagen. Hierdoor is het mogelijk dat wij niet de hele dag urine verliezen. We hoeven maar enkele keren per dag naar het toilet. Een gezond persoon die voldoende drinkt moet ongeveer zes tot acht keer per dag plassen.

Tussen de urineleiders en de plasbuis bevindt zich een driehoekig gebiedje dat gevoelig is. Als je blaas zich met urine vult, zal uiteindelijk ook dit driehoekje gaan uitrekken. Als gevolg hiervan krijg je aandrang om te gaan plassen. Als je vervolgens niet zelf naar het toilet gaat, zal het regelcentrum van je blaas deze taak van je overnemen en ervoor zorgen dat je gaat plassen. Vanaf het moment dat je zindelijk wordt, hoeft dit regelcentrum meestal niet in te grijpen, maar ga je zelf naar het toilet. Eenmaal op het toilet zal de sluitspier van je blaas automatisch ontspannen. Door vervolgens de spierlaag om je blaas heen aan te trekken kan de urine naar buiten. De buikspieren aanspannen is niet nodig tijdens het plassen. Hoewel de druk op de blaas dan groter wordt, wordt de plasbuis afgeknepen waardoor urine minder makkelijk wegvloeit.