Theorie: het onderwerp

 

Voor het vervoegen van de persoonsvorm kijk je naar het onderwerp, is er sprake van enkelvoud of meervoud? Op basis hiervan vervoeg je het werkwoord.

 

Het onderwerp kun je vinden met behulp van de vraag: wie of wat plus persoonsvorm?

Voorbeeld:

- Jamy gaat fietsen. Wie gaat? Jamy - Jamy = het onderwerp

- Kinderen gaan fietsen. Wie gaan? Kinderen - kinderen = het onderwerp