Porselein uit China, koffie uit Braziliƫ, ijzer uit Zweden, schilderijen van Ruisdael, Vermeer of Rembrandt aan de muur: voor wie geld had, was het in de zeventiende eeuw in de Republiek (Nederland) een groot feest! De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was maar klein, nat en drassig. Toch werd het in de zeventiende eeuw een economische en militaire grootmacht. Het ging zo goed dat we het nu De Gouden Eeuw noemen.
Amsterdam was het bruisend middelpunt van die Gouden Eeuw. Over het IJ kwamen van over de hele wereld producten naar de stad. Kooplieden boden die aan op de beurs of sloegen ze op om ze op een later tijdstip te verkopen. Om de enorme stroom van goederen in goede banen te leiden, kreeg Amsterdam een ring van grachten. Langs de grachtengordel verrezen pakhuizen, afgewisseld met stadspaleizen. De superrijken uit de Gouden Eeuw streken neer aan de Herengracht of Prinsengracht.