Richtlijnen bij het schrijven van een column

Richtlijnen bij het schrijven van je column

Vul voor je begint het schrijfplan zo volledig mogelijk in (zie bijlage). Dit is een goede basis voor je column.

Titel

Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst. Daarom is het vaak makkelijker om de titel pas te verzinnen als je de tekst geschreven hebt.

Inleiding

Besteed aandacht aan je eerste zin. Geef niet alles weg wat je wilt zeggen, maar geef een interessant voorbeeld of een bijzonder feit (bijvoorbeeld iets onverwachts wat jij uit je bronnen hebt gehaald).

Noem je standpunt of een kritische hoofdvraag. De column hoeft zeker niet alleen maar feitelijk te zijn. Geef liefst ook een voorbeeld uit je eigen ervaring. Stel, jij bespreekt taalvariatie, vertel dan hoe jij dat in je eigen omgeving merkt aan de hand van een concreet voorbeeld of een kort ‘verhaaltje’.

Verwerk een van de volgende manieren in je inleiding om hem pakkend te maken:

  1. Een of meer directe vragen stellen
  2. Een uitspraak in de vorm van een stelling, gevolgd door een vraag
  3. Een retorische vraag
  4. Een verrassende of uitdagende openingszin
  5. Een anekdote

Zie ook deze 10 tips:

https://www.taalcentrum-vu.nl/blog/tien-tips-voor-een-briljante-column/

Middenstuk

Verdeel het middenstuk in 3 alinea’s die ongeveer even lang zijn en laat in elke alinea een argument aan bod komen. Licht dit argument toe met voorbeelden, onderzoeksresultaten, citaten van kenners, etc. Je kunt je argumenten op meerdere zaken baseren:

  1. Op feit
  2. Op ervaring
  3. Op autoriteit
  4. Op vergelijking
  5. Op nut of gewenst gevolg
  6. Op ongewenst gevolg
  7. Op veronderstelling
  8. Op een moraal
  9. Op een emotie

(Zie blz. 51, 52, 53 en 59, 60 in je handboek voor meer informatie hierover)

Let erop dat objectieve argumenten over het algemeen veel betrouwbaarder zijn dan subjectieve. In je voorbereidende mini-onderzoek heb je vooral artikelen gelezen waarin wetenschappelijk onderzoek naar voren komt. Laat dit duidelijk terugkomen in jouw column.

Verbinden van alinea’s

Je kunt alinea’s op meerdere manieren met elkaar verbinden:

  1. Met een signaalwoord(groep)
  2. Door een herhaling
  3. Door een overgangszin met een verwijswoord
  4. Door een aankondigende of terugblikkende zin

Let op: wissel deze manieren met elkaar af en gebruik dus niet telkens dezelfde manier! Varieer ook in taalgebruik en maak gebruik van beeldspraak, waar dat goed past.

(Zie blz. 12-14 en 34-38 in je handboek voor meer informatie hierover)

Slot

In deze laatste alinea trek je de conclusie en dit geef je natuurlijk aan met een signaalwoord. Eventueel kun je aan je conclusie ook een aanbeveling of oproep koppelen. Zet geen nieuwe informatie in het slot! Verwijs ook naar de hoofdvraag of je standpunt uit de inleiding.

Je kunt een uitsmijter gebruiken als laatste prikkelende zin, om ervoor te zorgen dat jouw tekst bij de lezer blijft hangen. Doe dit echter alleen als je hiervoor een geschikte zin hebt. Een slappe slotzin zal de overtuigingskracht van je column alleen maar tenietdoen, in plaats van stimuleren.

En verder…

Verder let je uiteraard op spelling en interpunctie. Controleer dit nauwkeurig na afloop en loop elke zin goed door. Als je mensen, tijdschriften of kranten citeert, geef hier dan ook altijd de bronvermelding tussen haakjes.

Zie ook de APA-richtlijnen:

https://www.scribbr.nl/category/apa-stijl/6de-editie/

 

Veel succes met het schrijven van je column!

 

Schrijfplan column

Schrijfplan column