Les 3: monohybride kruising (digitaal)

Leerdoelen:

- Aan het einde van de les kun je aan de hand van een tekst een monohybride kruising oplossen door gebruik te maken van een kruisingsschema.

- Aan het einde van de les kun je afleiden in welke frequentie het genotype en fenotype aanwezig is in een kruisingsschema en/of stamboom.

 

Wat te doen:

- Bestudeer de informatie van thema 3, basisstof 4 van de methode Biologie voor jou van Malmberg en bekijk het filmpje monohybride kruisingen.

- Bekijk de casussen en verdeel ze in je leerteam.

- Werk indiviueel je casus uit.

- Mocht je het lastig vinden, zoek nog eens een filmpje over monohybride kruisingen.

- Bespreek in je leerteam de verschillende casussen en controleer met elkaar of jullie ze goed aangepakt hebben en of de notatie goed is.

- Als je wilt kun je controleren of je de stof helemaal hebt begrepen. Maak dan de checkvragen.

 

Monohybride kruisingen https://www.youtube.com/watch?v=ro9z-jPKzfA&list=PLr1tx9agautG-kjrxGLQKtFNIpyZ2BReW&index=3

Casus 1:

Schermafbeelding 2015-06-28 om 15.58.35.png

Nummer 5 en 6 zijn beide heterozygoot voor het gen dat taaislijm ziekte veroorzaakt. Ze krijgen nog een dochter (nummer 9).

 

1. Geef de genotypen en fenotypen van 1 t/m 8.

2. Berekend de kans dat de dochter (nummewr 9) van 5 en 6 taaislijmziekte wel en geen taaislijm ziekte heeft. Laat zien hoe je aan je antwoord komt. 

3. Geef de verhouding van het fenotype en het genotype van deze dochter (nummer 9). 

 

Casus 2

Thalassemie is een zeer ernstige bloedziekte die het gevolg is van afwijkende rode bloedcellen. De ziekte wordt veroorzaakt door een recessief gen. Iemand die heterozygoot is voor dit gen, wordt een drager genoemd. Een drager heeft meestal voldoende gezonde rode bloedcellen en heeft de ziekte in een minder ernstige vorm.

Rob en Monica zijn allebei drager van thalassemie.

1. Bereken de kans dat Rob en Monica een kind krijgen met thalassemie en zonder thalassemie.

2. Geef de verhouding in het genotype en fenotype van deze kans.

3. Rob en Monica willen nog een kind, maar willen wel zeker zijn dat het kind geen thalassemie heeft. Zoek uit wat zij kunnen doen.

 

Casus 3

Bij het kippenras Andalusièˆrs zijn er drie verschillende fenotypen voor de verenkleur: zwart, wit en blauw. De blauwe kleur is een intermediair fenotype. Een blauwe kip wordt gekruist met een blauwe haan.

1. Leg in je eigen woorden maar wel duidelijk uit wat intermediair betekend.

2. Geef bij elke type fenotype de kans weer wanneer de blauwe kip gekruist wordt met de blauwe haan.

2. Geef de verhoudingen in het genotype en fenotype weer, wanneer de blauwe kip gekruist wordt met de blauwe haan.

 

De kruising tussen de blauwe kip en de bauwe haan geeft 18 kuikens.

3. Hoeveel van deze 18 kuikens zullen naar verwachting blauw zijn?

 

Casus 4

Schermafbeelding 2015-06-28 om 16.06.02.png

1. Geef de genotype en fenotype van nummer 1 t/m 6. Leg duidelijk uit hoe je hier achter bent gekomen.

2. Berekend de kans dat een vierde nakomeling van 3 en 4 korte haren en/of lange haren heeft.

3. Geef de verhouding van het fenotype en het genotype van deze vierde nakomeling van nummer 3 en 4.