§1 Voorkennis
- Evenwijdige lijnen geven we aan met pijltjes.
- Even lange zijden geven we aan met streepjes.
- Bij een vierkant zijn alle zijden even lang, dat is bij een rechthoek niet.
-  
-  
-  
-  
-  
- Bij een ruit zijn alle zijden even lang, dat is bij een parallellogram niet zo.
-  
-  
-  
-  
-  

 

 
 
 
- Oppervlakte = zijde x bijbehorende hoogte
- Hoogtelijn TU hoort bij zijde RS
- Oppervlakte = zijde x bijbehorende hoogte
 Opp = 24 x 42 = 1008
 De oppervlakte = 1008mm2.
- Omtrek = 42 + 30 + 42 + 30 = 144
 Omtrek = 144mm
- Hoogtelijn KQ hoort bij zijde LM.
- Zijde LM = Zijde KN = 3 cm
 Opp parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte
 Opp = 3 x 3 = 9
 Opp = 9 cm2
- 2,5 x MN = 9
 MN = 9 : 2,5 = 3,6
 MN = 3,6 en KL = 3,6
 Omtrek = 3 + 3,6 + 3 + 3,6 = 13,2
 Omrek = 13,2 cm
 
- Hoogtelijn DT hoort bij zijde AB.
- Je weet de lengte van AB niet.
 
Driehoek ABC
Opp driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2
Opp = 15 x 8 : 2 = 60
Opp driehoek ABC = 60
Driehoek KLM
Opp driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2
Opp = 5 x 7 : 2 = 17,5
Opp driehoek KLM - 17,5
Driehoek PQR
Opp driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2 
Zijde PR = 2,5 + 8 = 10,5
Opp = 10,5 x 6 : 2 = 31,5
Opp driehoek PQR = 31,5
 
Opp ruit = lengte x breedte : 2
Opp = 80 x 100 : 2 = 400
Opp ruit = 400mm2
 
- Opp driehoek = basis x bijbehorende hoogte : 2
- Opp = 2 x 3 : 2 = 3
 Opp driehoek = 3cm2
 
Opp driehoek = basis x bijbehorende hoogte : 2
Basis = AB, AB = 3 + 4 = 7m
Opp = 7 x 5 : 2 = 17,5
Opp driehoek ABC = 17,5m2
 
- Opp ruit = lengte x breedte : 2
- Figuur 1:
 opp = 3 x 6 : 2 = 9
 Opp figuur 1 = 9cm2
 
 Figuur 2:
 Opp = 6 x 1,5 : 2 = 4,5
 Opp figuur 2 = 4,5cm2