Er zijn drie hoofdfamilies van kaartprojecties die elk op verschillende manieren de ronde aardbol afbeelden op een plat vlak. Elke familie heeft specifieke kenmerken en wordt toegepast afhankelijk van het doel van de kaart. Hieronder een uitleg van de drie families van kaartprojecties:
Kenmerken:
Voorbeeld:

Voordelen:
Nadelen:
Kenmerken:
Voorbeeld:

Voordelen:
Nadelen:
Kenmerken:
Voorbeeld:

Voordelen:
Nadelen:
| Familie | Eigenschap | Voorbeeld | Voordelen | Nadelen |
|---|---|---|---|---|
| Conforme (hoekgetrouwe) Projecties | Behoudt vormen (hoeken) | Mercator Projectie (EPSG:4326) | Behoudt hoeken en vormen. | Vervormt afstanden en oppervlakken. |
|
Equidistante (Afstandgetrouwe) Projecties |
Behoudt afstanden | Azimutale Equidistante Projectie | Behoudt afstanden vanaf centraal punt. | Vervormt andere kenmerken zoals vormen. |
| Kegel (Oppervlaktegetrouwe) Projecties | Behoudt oppervlakten | Albers Conische Equal Area | Behoudt oppervlakteverhoudingen. | Vervormt vormen en afstanden. |
De keuze voor een specifieke projectie is afhankelijk van het doel van de kaart en wat je wilt behouden. Als je bijvoorbeeld nauwkeurige afstanden wilt meten, kies je voor een equidistante projectie. Als de nadruk ligt op het behouden van de vormen van landen, kies je voor een conforme projectie. Als je de juiste verhoudingen in oppervlakte wilt weergeven, kies je voor een oppervlakte projectie.