Oefenen met wat opgaven

Opgave 1.

Glucose (C6H12O6) kan worden omgezet in alcohol (C2H5OH) en koolstofdioxide. Hierbij is glucose de enige beginstof.

a] Geef de reactievergelijking.

b] Bereken hoeveel gram alcohol kan ontstaan als je 100 mL 0,30 M glucose op deze manier laat reageren.

 

 

Opgave 2.

Waterstofperoxide (zie binas 66B) kan ontleden tot water en zuurstof.

a] Geef de reactievergelijking.

b] Bereken hoeveel mL 0,20 M waterstofperoxide nodig is om 400 mg zuurstof te maken.

 

 

Opgave 3.

Met oplossingen van calciumchloride en natriumfosfaat kun je een neerslagreactie uitvoeren waarbij calciumfosfaat ontstaat. Deze reactie vindt plaats: 3 Ca2+ + 2 PO43- → Ca3(PO4)2 Bereken hoeveel gram calciumfosfaat je kunt maken met 300 mL 0,12 M calciumchloride en een overmaat natriumfosfaatoplossing.

 

 

Opgave 4.

a] Bereken hoeveel mL 0,080 M zilvernitraatoplossing nodig is om 100 mg zilvercarbonaat te maken via deze reactie: 2 Ag+(aq) + CO32-(aq) → Ag2CO3(s)

b] Voor deze reactie wordt 200 mL 0,10 M natriumcarbonaatoplossing gebruikt. Laat zien of natriumcarbonaat in overmaat aanwezig is.