Aan de hand van deze toets kun je alvast voor jezelf opschrijven wat je makkelijk vond en wat minder. Geef je notitie aan je docent en hij/zij zal zorgen voor extra oefeningen (herhalingen) of juist voor een paar oefeningen verder in de stof (bijvoorbeeld le comparatif die gebruikt wordt met werkwoorden, zelfstandig namen of bijwoorden).
Er wordt tijdens een les tijd ingepland voor het nakijken van je werk samen met andere leerlingen die je eventueel met de stof kunnen helpen.
De docent kijkt de toets na EN de handelingsdeel (schrijfopdracht) en besprek verder met jou wat de volgende stappen zijn. Je moet in deze periode de toets en de handelingsdeel met minimum een V afronden om de leerdoelen van deze periode behaald te hebben. Er kan een nieuwe toets gemaakt worden voor het behalen van deze doelen.