16.1.1 Bacteriële infecties
Veel van de sterfgevallen in de negentiende eeuw werden veroorzaakt door infectieziekten als gevolg van slechte hygiënische omstandigheden. Met name cholera en tyfus leidden tot een hoge zuigelingensterfte.
Cholera is een bacteriële darminfectie die wordt veroorzaakt door besmetting met Vibrio cholerae. De besmetting leidt tot diarree en braken, met uitdroging tot gevolg. De route waarlangs de besmetting plaatsvindt, is door consumptie van inadequaat bereid voedsel afkomstig uit of gewassen met het besmette water (vis, ongekookte groente).
Tyfus is eveneens een bacteriële darminfectie. Salmonella typhii is de verwekker van deze infectie. Deze bacterie vormt de normale flora van pluimvee, varkens en runderen. Wanneer voedsel afkomstig van deze dieren niet voldoende verhit wordt tijdens de bereiding, treedt besmetting op. De klinische verschijnselen komen overeen met die van cholera: diarree, braken en uitdroging.
Robert Koch (1843-1910) ontdekte in 1882 dat deze infecties het gevolg waren van verontreiniging van het (drink)water met deze bacteriën. Na de aanleg van de drinkwaterleiding, waarbij de huizen werden aangesloten op een gescheiden systeem van de aanvoer van schoon drinkwater (ontdaan van pathogene micro-organismen) en afvoer van menselijke uitscheidingsproducten via de riolering, daalde de zuigelingensterfte enorm.
Cholera en tyfus komen in Westerse landen nauwelijks meer voor. Er zijn echter nog steeds gebieden in ontwikkelingslanden waar deze ziekten voorkomen.
16.1.2 Virale infecties
Pokken is een virale infectieziekte die ook veel kinderlevens heeft gevraagd. Reeds in de achttiende eeuw werd ontdekt dat mensen een redelijk goede bescherming tegen een pokkeninfectie konden verwerven door blootstelling aan met pokken besmette koeien. De eerste vaccinaties tegen pokken vonden dan ook al in de 18e eeuw voor het eerst plaats. Aan het einde van de negentiende eeuw (vóór dat de leerplicht werd ingevoerd) werd een vaccinatie tegen pokken verplicht gesteld voor alle kinderen die naar school gingen. Door het toenemen van de vaccinatiegraad tegen pokken, verminderde ook geleidelijk het aantal kinderen dat aan pokken stierf. Vlak voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog werd vaccinatie tegen pokken verplicht in Nederland. In de jaren vijftig en zestig verdween het pokkenvirus uit de samenleving, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. In 1979 verklaarde de Wereldgezondheidsorganisatie de wereld pokkenvrij en werd de pokkenvaccinatie uit het Rijksvaccinatieprogramma gehaald.
Poliomyelitis is eveneens een virale infectieziekte. Besmetting met dit virus kan leiden tot ontsteking van de grijze stof in het ruggenmerg. Als gevolg van deze ontsteking treedt verlamming van het dwarsgestreepte spierweefsel op. Dit kan leiden tot verlamming van spieren van benen en armen en ademhalingsspieren. In de jaren vijftig van de 20e eeuw werd door Jonas Salk (1914-1995) het eerste vaccin tegen poliomyelitis ontwikkeld. Na introductie van dit vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma zijn er nauwelijks meer patiënten die lijden aan poliomyelitis in Nederland. Een enkele keer komt er nog een poliomyelitus-epidemie in Nederland voor (1978 en 1992). Deze vinden uitsluitend plaats in gebieden waar de vaccinatiegraad van de bevolking (onder andere om levensbeschouwelijke redenen) onder de 70% ligt.
Door de zeer sterke verbetering van hygiënische omstandigheden en de introductie van vaccinaties tegen levensbedreigende infectieziekten, is in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw de zuigelingensterfte drastisch gedaald.