4.2 Amnionholte

In de epiblast ontstaat een holte, die de cellen van de epiblast uit elkaar drijft. De cellen die niet tegen de cytotrofoblast aan liggen, ordenen zich in een laag van cellen en vormen de embryonale epiblast. De cellen die grenzen aan de cytotrofoblast vormen de amnioblastcellen. De holte die in de embryoblast is ontstaan wordt amnionholte (figuur 4.1 B) genoemd en zal in de komende periode uitgroeien tot de vruchtwaterzak.

Figuur 4.1 De ontwikkeling van de trofoblast en embryoblast in de tweede week na de bevruchting. (A) dag 7 (B) dag 8 (C) dag 9 (D) dag 10 (E) dag 11 (F) dag 12 (G) en (H) dag 13. De toelichting is opgenomen in de bijbehorende tekst (ontleend aan Larsen JW. Human Embryology. Derde druk. Philadelphia, Churchill Livingstone, 2001).