Auteur: Prof. dr. Margot van Eck van der Sluijs-van de Bor
In het vorige hoofdstuk is de lichamelijke groei van de foetus besproken. Na de geboorte kan het kind voor de bloedgaswisseling, de nutriƫntenaanvoer en de afvoer van afvalstoffen geen beroep meer doen op de placenta. De ontwikkeling van organen, die voor die functies nodig zijn, moet dus bij de geboorte zo ver gevorderd zijn dat het kind die onafhankelijk kan uitvoeren. In dit hoofdstuk worden de volgende orgaansystemen besproken:
Omdat veel functies in het lichaam afhankelijk zijn van een goede aansturing door de hersenen, wordt aan het einde van dit hoofdstuk de ontwikkeling van de hersenen beknopt besproken.