18.2 Plasticiteit van de ontwikkeling

Indien één of meerdere van deze factoren verstoord zijn, zal de foetus reageren met aanpassingen in stofwisseling, lichaamssamenstelling en bloedstroom. Hierdoor bereidt de foetus zich voor om overeenkomstige ‘ongunstige’ omstandigheden later in het leven goed te kunnen weerstaan. Dit fenomeen wordt plasticiteit van de ontwikkeling genoemd (developmental plasticity). Het houdt in dat de ontwikkeling van fysiologische en metabole eigenschappen wordt bepaald door factoren uit de omgeving (figuur 18.1). Dit kan betekenen dat wanneer de omstandigheden in het latere leven verschillen van die in de vroege fase van het leven fysiologische en metabole eigenschappen niet goed zijn ingesteld voor deze ‘nieuwe’ situatie. De kans op het ontstaan van ziekten neemt hierdoor toe.

Om dit fenomeen te begrijpen is een aantal kenmerken van belang:

  1. De aard van het antwoord (response) zal gedeeltelijk afhankelijk zijn van de aard van het gegeven signaal.
  2. Er zijn kritische perioden (‘windows’) voor plasticiteit in verschillende orgaansystemen. Op het moment dat een systeem het meest in ontwikkeling is, zal het het meest gevoelig zijn voor verstoring van een normale ontwik

    keling. Aanpassing van het systeem in deze fase van ontwikkeling zal levenslange consequenties hebben.

  3. De duur van plasticiteit van de ontwikkeling is beperkt in de tijd (figuur 18.2). Zodra orgaansystemen volledig zijn aangelegd is plasticiteit niet meer mogelijk. De tijdsduur waarin een orgaansysteem gevoelig is, is afhankelijk van de aard van het systeem. Betreft het processen die te maken hebben met groei en stofwisseling, zoals in de hersenen, dan zal de duur van de plasticiteit langer zijn dan wanneer het een orgaan betreft waarvan de ontwikkeling zich over een minder lange periode uitstrekt, zoals bijvoorbeeld het hart.

  4. Niet alle ongunstige omgevingsfactoren veroorzaken tijdens de vroege ontwikkeling een plasticiteit in de ontwikkeling. Er zijn ook factoren die pathologische schade aanbrengen en tot een verstoring van de normale aanleg van een orgaan leiden, resulterend in anatomische afwijkingen.

Figuur 18.1  Plasticiteit van ontwikkeling. Spreiding van fysiologische eigenschappen om een beoogde maximale fitheid te bereiken. De foetus bereidt zich voor op overeenkomstige omstandigheden later in het leven. Dit fenomeen wordt plasticiteit van de ontwikkeling genoemd (developmental plasticity). Het houdt in dat de ontwikkeling van fysiologische en metabole eigenschappen wordt bepaald door factoren uit de omgeving. Dit kan betekenen dat wanneer de omstandigheden in het latere leven verschillen van die in de vroege fase van het leven, fysiologische en metabole eigenschappen niet goed zijn ingesteld voor deze ‘nieuwe’ situatie. De kans op het ontstaan van ziekten neemt hierdoor toe (ontleend aan Gluckman PD  & Hanson MA. Developmental origins of health and disease. Cambridge, Cambridge University Press, 2006).