Begrippen

Stad: Plaats waar veel mensen wonen en ook waar veel mensen van buiten de stad voorzieningen bezoeken.
Dorp: Een plaats waar weinig mensen wonen, met voorzieningen voor eigen inwoners of zonder voorzieningen.
Voorzieningen: Een bedrijf of instelling waar je naartoe gaat om een product of dienst te halen, die je nodig hebt om prettig te kunnen leven.

19e-eeuwse wijk: Wijk uit ongeveer 1900 met hoge woningdichtheid, goedkope woningen en weinig groen.

Binnenstad: Centrum van de stad met nauwe straatjes met winkels en cafeetjes. Ook zijn er vaak grachten.

Hoogbouwijk: Wijk uit 1960-1970 met flats met lage huren.

Laagbouwwijk: Wijk uit 1970 - 1980 met iets duurdere huizen, vaak in woonerven.
Leefbaarheid: Manier om te beschrijven of het in een wijk veilig en prettig is om te wonen.
Probleemwijken: Wijk waar problemen zich ophopen.

Renovatie: Het opknappen van huizen en gebouwen door isolatie, centrale verwarming en beter sanitair.

Vinex - wijk: Wijk gebouwd vanaf 1990 met villa's en goedkopere huurwoningen door elkaar.